*52 Z e s m a n n i g e L e l i e *
V. (5) Kievitsbloem met de onderjie Bladen tegen Afdeel. elkander over en fommige Bloemen tusfehen.
Hoof»- $85 Bladen».
v. Deeze wordt Zwarte o f Kleine Pyreneefche
Kievitsbloem door C l u s i u s genoemd, in X
Pyrenec- Engelfch Black Fritïllary of Leather - Coat %
fth?* zegt R a y . In Geftalte komt zy veel met de
volgende overeen, hebbende de Stengel on gevaar
een Voet hoog j doch. de Bloem is kleiner,
van buiten flets met geelachtige Aderen,,
van binnen uit den groenen geelachtig , met.
donker paarfche Vlakken als gefchakeerd en.
Zwaar van Reuk. Men heeft ’er , volgens
B a u h i n u s , deeze veranderingen van. 1, In»,
wendig als boven, de omgeboogen randeD met
groene Strèepen en van de helft tot het midden
met bruinaehtig paarfche ruitjes: 2. De Bloem,
vrolyker paarfchachtig met dergelyke ruitjes:
3. Uit den geelen meer groen een weinig bruin-
achtïg, van biDnen minder gefchakeerd : 4. Pic
den bruinen en geelen wat Loodkleurig en van
binnen cok minder met ruitjes gevlakt.
Van C l u s i u s is dit ontleend , die verder
aanmerkf, dat deeze nog wat laater bloei jen
dan de gewoone laate Kievitsbloemen , doch
het Zaad in even zodanige driekantige Zaadbnisjes
(5) Fritillari* Foliis infimis oppofiti* , Floribus nonnullia.
Folio interje&is. Fïit. Elote minore. C. B, Pin. 64,
fyrensa. Glus, FFfl. II. p. »56. p » | j ï°#
O E B O L E L A N ï E rf„' ' 253
|fes draagen , ’t welk plat is , gelyk dat der V; ^
anderen. Somtyds brengt deeze ook twee Bloe-
men op ééne Stengel, gelyk de gewoone, hoofd-
voort, 1 * ■' ITüS*
(6) Kievitsbloem met alle Bladen overhoeks vu
en de Steng eenbloemig. • WtUagris.
Gewoone.
Dit laatfte is *er thans verkeerdelyk byge-
voegd , want ten opzigt van het getal der
Bloemen komt deeze Soort met de voorgaande
overeen en valt ook fomtyds tweebloemig.
Zeer bekend is deeze aartige Bloemplant, die
men gëmeenlyk Kieviis - Èijeren noemt , om
dat de Bloemen byna van dergelyke figuur en
éven zo gemarmerd zyn. Hierom tytelt men
de Plant, by verkorting, ook wel Kievitsbloem,
gelyk zy den Griekfchen naam Melea-
gris van dègélykenis der, fchakeering naar die
der Vederen van fommige ;Faifanten heeft. Fri-
tillaria, de Latynfche naam , zou van een
, foort
■ (6) Fntillaria Fol. orafiibüs alternïs , Cau'e unifloro. t l.
81. F i. Suee. II. N . ig j» GER. Prov 149. KRAM.
Auftr. 93. Frit. c Fol. Alis florens. H. Chf. 119. Frft»
Radice dep re $ fa. R, Lugib. 30. Fririllaria prxcox purpurea
Variegata. C. B. Pin. 6*. Tournf. I*ji, 377». Meleagris.
Ren. Spec. 147. T, 145. Don Pempt. i 33. tÖB. Ie. U s. 0 .
Fiitill. alba variegata. C. B. Pin. 64. Fritillaria alba pratcox
C B. Pin 64. J, Frit. Serotina atro ■ purpurea. Ibii,
Fritillaiia dilutioc et fatiuatior, C lus. Pttnn. T. p. 17Q ,
Ï73- ■ »
JI1 b8?'L. XII. SïilJIi