V.
Aïdksl.
m
HOOFDSTUK.
XXIX.
Qrcèis fui'
stscens.
1 Bruin*
ïshtigf
Spoor van ’t Honigbakje Draadachtig zo lang
als Ht Frugtbeginzel; de Lip dr.iedeeligef-
fenrandig. , -
ïn Virginie groeit d e e ze , die wegens de
Kleur der Bloemen den bynaam voert, hoewel
dezelven maar flets geel z y n , en in een laDge
Aair vergaard, zo C l a ï t o n aantekent. By
M o r i s o n wordt zy een fraai je Virginifche
Plant geheten. De onderfte Bladen zyn een
Handpalm groot, Lancetvormig.
In Arabie vondt F o r s k a ohl een Soort
yan Standelkruid , daar hy ook den bynaam
van Geel aan g e e ft, hebbende eene vry hooge
SteDgel, met groote getroste geele Bloemen
en gladde Liniaal-Lancetvormige Bladen, van
laagte als de Stengel. Deszelfs Wortelbollen
wamn groen, drie Duimen dik, fteekende dik-
wils boven den Grond uit. De Groeiplaats was
op k Gebergte Barah genaamd. De Arabie-
rieren beeldden zig in, dat het Sap daar van,
pp een Wondje geflreeken daar een. Doorn in
zat, dezelve daar uit kon dryven. Nog maakt
hy van een Bladerloos gewag en van een Groen-
bloemig, waar van ik reeds gefproken heb.
D. Met gebondelde Wortelbollen.
(%$) Standelkruid met gebond. Bohv. de Spoot
van
(#,) Qrcbit Bulb.: Fascic. ^ a r i i Comu Iongit. Germinis
van 't Honigbakje zo lang als ’t Vrugtbe- .
ginzel; de Lip Eyrond aan den voet ge- m
tand. Hoofdstuk*
In Silezie nam de Heer G m e l i n deeze
waar, Jhebbende veele Wortels als dikke Vezelen,
langer en korter, in *t midden dikwils dikker
, gelyk die der AfFodillen. De onderfte
Bladen zyn langwerpig Eyrond, de bovenften
allengs fmaller. De Stengel is een Span of
een Voet hoog , met eene Aak van een halve
of geheele Handbreed en ook van een half
Voet lanCTte. De Bloemen zyn uit den groe*
nen geelachtig. De Plant wordt door ’t droo-
gen bruin, waar van de bynaam.
(30) Standelkruid met gebond* Bolw. de Lip
van ’f Honigbakje tweekwabbig tffenran- Strateuma-
randigide Spoor vanlangte als hetFrugt-M^ YiQatt
beginzel.
Deeze, op Ceylon vallende, heeft de Stengel
een Span hoog ; de Bladen Lancetvormig
Liniaal, overhoeks , de onderden korter, de
bo*.
&c. Orchis Rad. multis, Labello quafi alato. Gmeï.. Sib, I.
p, zo« T. +■ f. 2.
(30) Orchis Bulb. Fascic. NeAarii Labio bilobo integer-
ihtio, Cornu longitudine Germinis. Fl. ZcyL 319. Bubm.
Fl. Ini. p. isS. Orchis Caule ad futnmutn Foliofo. >Busm.
Zeyi. 176.
Hh 4