V. ( j ) Vogeltnelk met een langwerpige Bloemtros
™ en Lancetvormige Vliezige Meeldraadjes; de
H oofd» Steeltjes en Bloemen uitgebreid.
STUK.
Deeze Soort wordt van G e r a r d en an-
galumN&r» deren gehouden voor eene Verfcheidenheid van
*SKfNar- voorgaande. Wat de Meeldraadjes aan-
bonfch. gaat, zou ze nader komen aan die van H a l l
e r , dan dezelve ; maar de Bloemen vind ik
aangetekend van binnen wit te zyn, van buiten
groen met witte randjes , en dus zonder
Geel. Dat Veld-Ajuin met gebaarde witte
Bloempjes van Montpellier, by L ob e l , ’t
welk DonoNéü. s Narbonfch noemt, groeit
op de VeldeD in Provence, en is, volgensden
Heer G e r a r d , alleenlyk kleiner dan 5c voorgaande.
Hoe de Meeldraadjes Vliezig Lancetvormig
, en tevens Elsvormig kunnen zyn,
beiden volgens L i n n m ü s ; laat ik onbeflist (*).
vu ( 6j Vogelmelk met een zeer korte Tros, Lan •
Gekroond* cetvormige Blikjes van langte als de Bloemen
, Jlompe Bloemblaadjes en Elsvormige
Meeldraadjes. (7)
(5) Ornithogalum Racemo oblongo , Filam. Lanceol. Mem*
branaceis &c. Am. Acad. IV. 312. Gbr. Prcv. 150. Orni-
thóg. majus fpicamm Flore albo. Ornithog. Narbonentè.
Dod. Pempt. 222. Omithog. (picatum Monspelienfium. Lob.
lc. 94-
(*) Dat de Meeldraadjes allen Elsvormig zyn, maakt de
onderfcheiding van deezen Rang in dit Geflagt: zie voor.
(6) Ornithogalum Racemo brevisfimo, Brailcis Lanceolatas
.
■ f7) Vogelmelk met een zeer lange Trost en ,
Lancetvormige DegenacMige Bladen. *
Hoofd»
Van de voorgaande is de Groeiplaats onbe-STÜK“
icend : deeze wordt gezegd in Arabie en Egyp- Ornitie-
te te huisvesten. De vermaarde F or s k ao
niettemin , heeft daar niets anders gevonden Breed-
*dan een Geelbloemig Vogelmelk, op byzonderebladlg*
plaatfen byzonderlyk genaamd.
Het tegenwoordige heeft Bladen van een
V'öet lafig , meer dan twee Duimen breed.
Het draagt een Bloemaair die zeer gfoot is ,
fomtyds met honderd «Sneeuwwitte Bloemen.
Des vindt men het ook onder de fraaije Bloemplanten
gerekend. Het wordt by S w e r t i üs
Alexandr)nfe Leie getyteld. C l u s i os heeft
daar van gefprokeru
(8) Vogelmelk met ten Kegelvormige Tros en
menigvuldige opjlygende Bloemen.
Deeze
vm;
PyramtJ
date PicramiV
daal.
tis iongitudiflï Flomm &c. Am. Acad. IV. p. 312. Or-
Mtth. Spie. f. Comofum Flore Laóïeo. C* B. Pin. 70«
Rudb. Elys. II. p» 135. f. I. Ornith. Laótei fpecies ma>
jor. BESL- Eyjl.
(7) Ornithogalum Racemo Iongisfimo , Föl. Lanceolato*
Enüformibus. Ornithog. latifoU & maximum, C. B. Pin. 70.
Ornith. rel Lil. Alexandrinum , Flor. albis innumerabili.
bus. Swert. Flor. jg.CLUs. Pann. p. 187.
(8) Ornithogalum Racemo Conico, Flor, numerofis adsdeit*
V
II« Deel. XII. Stuk.