V.
Afdeel.
ll'L
floorrs-
STUK,
Hyacint hen
,, ken dat de Bol ziek ware ; doch hy geeft
,, een niet te minder fcboone en forfe Bloem.
,, De blaauwe Pasfe non plus ultra fchynt ooi?
„ geen genoegzaam Sap ie hebben tot onder-
houd zyncr Bladen, die vlak op den Grond
„ uitgefpreid blyven , hoewel zeer groen en
,, gt zond; Og Koning van Bafan , in tegen-
„ deel , lchiet de Bladen zo hoog, breed en
3, regc, dat z y , zo wel als de Bloem,die van
, , een buitengewoone grootte is , [wit in ’t
3, midden geel,] alle anderen overtrcffe. De
„ Couronne du Roi heeft haar Loof ook al-
3, toos van een byzondere breedte en dikte,
as De Parhelig Solaire en de Komeet hebben
,3 het Hart haarer Bloemen rood en groen
,, gemengeld. Daar is veel werk aan , om
3, deeze laktfte van het Groen te zuiveren , zo
3, dat zy niet behoude dan het voortreffelyke
„ Rood, ’t welke haar tot eene der fchoonften
„ van alle Hyacinthen maakt. De Prins Des-
s, fan heeft het zelfde gebrek en, nog traager
3, zynde dan de Komeet, is het veel moeie*
„ lyker die te zien in alle haare fchoonheid*
„ De Theatre Palier,, zeer fchoon rood van
33 Kleur, maar altoos laag blyvende, komt uit
3, den Grond met een fterkkleurige Aaïr en
,, naderhand vertoonen zi£ de Bladen, die zig
3, niet ontwikkelen dan na de Bloem, welke,
3, om die reden, meer dan een andere van den
,3 Vorst te dugten heeft, waar door de Kop
9» bgt verfchreeid wordt. Het fuweel van Haarlm
co de Trmcesfi Kmlina hebben zo W A j * , .
*’ ne en ftnalle Bloemblaadjes, vooral wanneer nI.
;; zy beginnen te ontluiken, dat men
„ der op de manier van groeijmg te > Hyac;nlbeK€
naauwlyks voor Hyacinthen aan zou zien.
9 Ook behooren -de* ze tot de laatbloeijende.
91 De Admiraal de Ruiter in «t blaauw man-
” keert nooit een' tweede Steng te fchieten,
”, zo dra de eerste haar Bloemen begint uit te
” fpteiden. De Marquife de Bonnac , wier
Kleuren zo. fyn zyn, is meer dan een andere
” onderhevig haare Steng te verliezen, welke
voor ’t open gaan der Bloemen dikwils ver-
” dort, ’t geen de Bloemisten veel moeite
” hebben te beletten. Dit toeval doet den Bol
95 geen kwaad, die niettemin in de volgende
1 jaaren op zyn tyd bloeit. Een der ver-
maardfte Bloemkweekers heeft my gezegd,
” dat hy dit toelchreef aan een gebrek van
5’ dm omloop des Saps, ’ t welk te veel van
” het middelpunt afweek, om zig in de zyden
*, te begeeven. De Alcibiade en de Beaure-
’ gard zyn ook dit toeval o d e r h e v i g , ’t welk
-*j men voorkomt met deeze Bollen in November
, dat is een Maand laater , te planten, ,
” dan de anderen. Sommige Soorten geeven
„ een groote menigte van Klifters , gelyk de
„ Gekroonde Amftetland , die ’er altoos een
kring van rondom de kroon des Bols' maakt
„ terwyl anderen ’er zeer weinig uitleveren en
hiPT \f\ tlcUUG ciRCDfch *P*