484 M A N W Ï V I
V.
A fd e e l .
IV.
H oofd«
s t u b .
XXVII.
Orchis
Qenepfea,
Steekvliegig.
omgekromd; de Lip driehvabbig: de Bladen
Liniaal*
Deeze , die ook hier en daar, doch meest
in de gemaatigde deelen van Europa, groeit,
is ongemeen fterk en [aangenaam van Reuk.
Misfchien is zy daarom Kruidnagelig of Anje-
lierig genoemd geweest. Zy heeft de Stengel
een Voet o f anderhalf hoog> de Bladen zeer
fmal, de Bloemen bleek paailch en veel naar
die der volgende gelykende.
( 27 ) Standelkruid met gevingerde Bolw. de
Spoor van ’t Honigbakje Borjlelig en lan»
ger dan het Vrugtbegïnzel; de Lip drie«
deelig met twee zeer uitgebreide Bloemblaadjes*
Naar
Scc. Gouan Mtnsp. 471. Oichis palmata anguftifolia minor
cdoratisfima. C. B. Pié «6. Prtdr. T. p. 3°. RAJ. HiJT.
J125. SEG- Per* llf. p. Ïïo. T. *. f. 6* HALL. N. 1*74.
T. 59. Orchis palmata Caryophyllata. J. R. Hift. 777. Lob.
Ie. I9+.
(27; Orchis Bulb. palm. Ne&ani Cornu Setaceó , Germ.
Iongroie, te* Gort. Belg: zjg. Dalïb. Par. i 7S. Obd.
Dan. T. 344. Fl. Snee. 727 > 799- H- PI'S- 4*9- Orcb.
Rad. palm. Calcare longisfimo , Labello obtufo trifido con-
colore. HALL. N. 1**7. T» 29. Orchis palmata minor, Cal-
caribus oblongis. C. B. Pin. * j. VA1LL. Par. T. 3®. f.
g , 8. Rueb. Elys, II. p 212. f. J. RlV. Hexap, T. i i .
Seiaptas niinor rubello nitentc Flore LOB. Ie, 189, Satyriutn
bafi’icum mas. Fuchs. Hifi. 7' z ral™« Ouifti minor mas.
TabeeN. g, Orch. palm. anguftifolia minor. C. B. Pin. 8}.
Naar een Geflagt van Infekten, door den V.
Ridder Conops genoemd, by ons Steekvlicgjes,
voert deeze Soort, wegens de Bloem, die als Hoofd.
met een langen dunnen rooden Angel voorzien *tuk.
is , den bynaam. Z y groeit ook op veele plaat-
fen in Europa en komt by ons in de Duin*
Valeijen voor. In Sweeden is zy vry zeldzaam
> maar in Switzerland groeit zy overal
op de Velden , zo in de Valeijen als op de
Gebergten , zegt de Heer H a l l e r , die ze
telt onder de genen, welke een zeer lange
Spoor hebben. Hier door verfebilt zy inzonderheid
van het Welriekende Standelkruid, en
van het Pieramidaale door de Wortelen, uit
hoofde van welken zy ook tot de Handekens-
Kruiden behoort.
De Steng is Bladerig, anderhalf Voet lang ,
tot omtrent de halve hoogte bekleed met fmal-
le Bladen, allengs verkleinende, tot dat zy de
Blikjes worden van de Bloemen, die een paar-
fche Aair uitmaaken , wat zwaar, doch fom-
tyds aangenaam, van Reuk. De bovenfteBloemblaadjes
zyn Lancetvormig ovaal , de Lip is
in drieën gedeeld, even als in de voorgaande,
en egaal gekarteld.
(28) Standelkruid met gevingerde Bolw. de xxvnr.
SpOOrftava.
Geel.
(2g) Orchis Bulb. palm. Ne&aiii Cctnu Filifotmi longisfi-
mo 8cc. Gron. Pirg. 11. 137. Orchis palmata elegans luce»
Ykginiana 8cc. Moris. Bijt. III. p. 499.
,Hh 3
11811 l | W
km
f|l| ||I
M■
D fminêmr a,
1111
■