V.
Afdeel«
UI.
H oofds
tu k .
V!I. r Jlnthtri'
tum Lïlia•
Jlrum-
Leiieachte
Krtridkenner, Is zy voor ’t overige weinig
v'erfchtllènde, dan dat zy de 'Bloemen veel kleiner
heeft, en dus ook veel minder aanzienlyk is,
De Stengel verdeelt zig boven in verfcheide
Takjes , yl met Bloemen beladen , welke by
nagt geheel geflooten op den middag volko*
men uitgefpreid zyn, en op detusfcben - Uuren
in een gemiddelde ftaat. In Sweeden bevondt
LiNNf f io s, dat zy van zeven Uuren ’s morgens
, tot drie of vier Uuren ’s namiddags|
waakeD. Wegens die zonderlinge eigcnfchap
heeft M u l l e r ü s de Plant het Uurwerk van
Flora getyteld (*).
(•7) Anthericum met vlakke - Bla’ent een geheel
eenvoudige - Stengel, en Klokvbrmige
Bloemen, met neergeboógene Meeldraad-
jesf-
Vandeeze Bloemplant hadt T o u r n e f o r t
een byzonder Geflagt gemaakt, order den naam
van Liliajlrum, om dat zy een Bloem heeft in
figuur naar die der witte Leliën gelykende;
doch verfchillende daar van , inzonderheid ,
doorp
j Vid. Mem. de la Societé de Berne. 1766. T. IV.
(7) Ar.therkum Fol. planis , Scapo fimplicistimo , Cor.
Campanuiatis , Staminibus declinatis. Hemerocallis Lilia-
fttum. H. CU ff. 128. Sp. Plant. I. 324- Gek. Prov. 1.5.4.
Hall. Helv. 290. Liliaftmm Alpinum minus. Touknf. Uft,
369. Phalangium magno Florp. C. E. Pin. 19. Phalangim»,
doordien de Wortels aan den Stoel hangen als V.
Stekraapen. Anderen hadden ze onder de
langia gefchikt, en door de grootte der BloemHooFp-
van de voorgaande onderlcbeiden. L i n n «k u sstuk,
plaatfte dezelve bevoorens in ’ t Geflagt van
Hemerocallis, welke benaaming de Heer'H a l l
e r nog behouden heeft (?). ,
Overvloedig kwam het deezen voor, op de
Bergvelden der Alpen jn Swkzerland , zelfs op
de allerhoogften; gelyk het ook groeit op die>
van Provence, naar dqn kant van Piemont en;
Savoije. De Wortels , zegt die kruidkenner ,
beftaan uit yeele ronde zeer lange Vezelen.
Hierom is ’t zonderling ? dat L i knjEüs ’en
een knobbeligen Wortel aan toegefchreeven
hebbe De Bladen zyn. Grasachtig, zagt,
breeder dan twee, Lynen, die uit dpn. Wortel
zeer iang. De Stengel ongebladerd , van een
Voet of een Elle, met een yin Bloemaa;r,ovcr
«ééne zyde. De Bloemen komen gaapende voor,
op eenbloemige Steeltjes, met gekleurde Ey-
rond Lancetvormige Stoppeltjes. Zy beftaan
uit zes tedere Sneeuwwitte Blaadjes , die de „
punt orogeboogen en dikker hebben, met een
groene Stip getekend. De Meeldraadjes zyn
byna zo lang en flap; de Stamper is langer ,
aan
(*) Hemerocallis Flor. patulis fccundis. Helv. inchoat. II. p,
Xlt. Sp 12.30,
t t ) Hemerocallis Radice tmberoß , Corollis hex'peta'‘ s*
klon. Clijf. uts. item. R. Lugdb. 27»