woordige behooren kon, als hebbende een Bloem.
’ zonder Pypje, een enkelen Stempel en een Ve-
. zeligen Wortel. De zynen hadden alleenlyk ge-,
lyke Meeldraadjes, terwyi B e r c i u s één
Meeldraadje veel grooter dan de andere waargenomen
, doch öe Vrugt niqt gezien hadt,
L iN S f f l ü s heeft ’er de vólgende befchryving
van gegeven,
De geheele Plant is grys en zeer Pluizig, de
Bloemen van binnen alleenlyk uitgezonderd: de
Wortel Vezelig: de Wprtelbladefi als van den
Cyperus, glad, opgeregt, geftrekt, met één of
twee Lancetvorrnige korte Stengbladen. Zy
heeft een getopt, regelmaatig Kroontje, met
een algemeen zesbladig Lancetvormig kort
Omwindzel, en ongevaar zes geheelde twee-.
deelige Straalen ; ieder twee Trosjes uitmaan
kende, van overhoekfe opftygende gefteelde
Bloemen. Deeze zyn van binnen gladachtig ,
donker paarfch, famengevoegd uit ovaalpBlaad-.
jes , zonder Pypje. Z y hebben drie Meeldraadjes
van laagte als de Blaadjes, met geele
egaale Meelknopjes, De Stempel is eenvoudig
of enkeld, driehoekig; de Vrugt beneden,ook
Pluizig.
Uit dit alles fchynt deeze Plant van die van
B e r g i u s aanmerkelyk te verfchillen. De
'Heer N. L. B u r m a n n u s fpreekt van een
Corymbofa of Getuilde, die mooglyk tot deeze
Soort behooren zal.
C O M M E L I N A . - Afj£ bU
Pater P l d m i e u heeft deezen Geflagtnaam Ho^ ’D.
SiCgefteld , ter eere van de C o m m e l ïn s , stuk.
voornaame Kruidkenners in Nederland , door
welken de Kruidkunde niet weinig is bevorderd.
Veele zeldzaame Planten, van den Amft?rdaili-
fen Stads Tuin, zyn door hun aan ’t licht ge-
bragt.
De Planten van deezen naam hebben eene
zeer zonderlinge Bloem, niet zo z e e r , om dat
van de zes Blaadjes, waar dezelve uit beftaat,
twee o f drie zeer veel grooter dan de anderen
styn, maar wegens drie Kruiswyze Lighaamen,
opeigen Draadjes tusfehen de Mee'draadjesgeplaatst
, welke voor Honigbakjes verftrekken.
Voorts zyn de Bloemen gevat in een Hartvor-
mig Omwindzel, dat naar een Schulp gelykt,
waar zy in ’t bloeijen uitkomen, maar^ daarna
zig weder in ’ c zelve verbergen, a l s ’ t ware
om de Vrugt te befchutten.
Men telt ’er vier Soorten van , die twee
Bloemblaadjes grooter, envyf , welken’er drie
grooter dan de anderen hebben; allen uitheem*
fche Planten.
ji. Tweebladige, met twee Bloemblaadjes
grooter.
( i ) Commelina met ongelyke Bloemen ; de
BlddCtl communis,
Gemeana
# i\ CtMiueUna Coroll. inaequalibus; Foliis Oï»lO • Lanceo*
G 4 tótl*