435 Z e s m a n g e L e x ï e -
V. „ cetvormig zyn * bevattende de ongefteeldo
n r * » Vrugf-”
Hoofd* De gezegde Verfcheidenheid is het Fbor-
ituk. j a a r s - Coichicum t „ dat by Roche, fzegt zyn . Coichicum. ^ jn de Velden omflreeks Rennaz, over-
„ vloedig is , groeijende ook by Zurich en
j, Dyon. Dit brengt insgelyks de Bloem een
j, weinig voor de Bladen voort, welken te ge-
„ lyk met de Bloem overblyven. De Bladen
,, zyn niet Liniaal, noch uitgebreid, maar zo
,, wel als de Bloemblaadjes een weinig fmaller
„ dan in het andere.’*
Zyn Ed. hadt de Bloemen aldus befchree-
ven. „ Een Pypje , uit den Wortel zelf ge-
,, booren , lang zonder weergaa , zeer naauw
,, en vervolgens in drie grootere, drie kleine-
„ re, famenluikende, ovaale Slippen verdeeld.
,, Zes Meeldraadjes, uit het onderfte derBloem-
„ blaadjes, [’£ welk de gezegde Slippen zyn ,.]
,, fpruitende. Drie Stylen , ook buitenfpoo-
„ rig lang, Draadachtig, uitloopende in krom-
„ me Haakjes. Een groote, Eyronde, drie-
„ hokkige, veelzaadige Vrugt.”
Men behoeft llegts de aaDgehaalde Plaaten
van T o u r n e f o r t , die ten opzigt van dit
alles byna volmaakt zyn, te befchouwen , om
een begrip te krygen van de Bloemen deezer
zonderlinge Plant, welke ook gemakkelyk des
Winters, tot onderzoek, zyn te bekomen, ’t Is
naamelyk , bekend , hoe deeze Bloemen des
Winters, zelfs buiten den Grond, uit de Bolel--
letjes voortkomen. Dus vindt menze doorgaans V* ,
by de Bloemisten en op de Markt te koop. Afoeel.
Men heeft ’er aanmerkelyke Verfcheidenheden Hoofd» van, zo ten aanzien van de breederof fmaller5T0K»
en ook bonte, Zilver- of Goudkleurig geftreep- Colebieum
te Bladen , als ten opzigt van de Kleur der
Bloemen, die, met veel veranderingen, van ’t
witte in het bleek en bruin paarfche fpeelen,
als ook gellreept, gevlamd en dubbeld of vol-
bladig voorkomen. Men heeftze ook met veel
Bloemen op één Stengel en geel van Kleur (*),
De geftalte van de Bloem zweemt zo zeer
naar de Crocus, dat menze,op fommigeplaat-
fen, Wilde of Veld-Saffraan noemt, gelyk ia
EngelaDd en Italië. De Duicfchers heetenze
Zeitlo/en of Wkffnzeülofen, dat is Tydelo.zen^ een benaaming , welke by ons aan de Naakte
Juffertjes of ook aan de wilde geele Narcisfen
gegeven wordt * , om dat zy zo vroeg in ’t * zie
Jaar en dus buiten den gewoonen Bloeityd, voor-Wa Z,I3S*
komen ; even of zy de Tydrekening misten.
Met meer regt mag die naam dan op de Colchi-
cums worden toegepast, als welke doorgaans
midden in de Winter bloeijen. De Franfchen
geeven’er den naam aan van Tue - Chien, of
Mort au Chien, dat is Honds dood : welke voor
een geheel apder flag van Planten, doch om
de
(*) Vid. Lob, re. 144. fuh titulo , Coichicum candidutn
Pannonicuiji po'yanthon Clufii & Colchkusn luteum, p. 147*
item T abernemont. Herb. 331.