LXXXIV. medegedeeld, In Bladerloof ver*
UI" fchilc hetzelve van alle de voorgaanden niet
Hoofo- minder dan in de figuur der Bloemen ; het
sTur, welk ik door de bepaaliog* getracht heb eeni*
germaate uit te drukken.
De Steng of Stengel fchynt taamelyk lang
te zyn , doch hoe lang kan ik niet vastzeilen
(*> De Wortelbladen, in een Plantje daar
nevens gevoegd, zyn Eyrondachtig, overlangs
geribd , met zeer langeSteelen en Vliezigdun,
zo wel als de Stengbladen, die Lancetvormig
en naauwlyks gedeeld , allengs verkleinen naar
boven , en ieder aldaar uit zynen Oxel een
Bloem uitgeeven, welke van een dun Pypach.
tig begïnzel zig Klokvormig uitbreidt met zes
fpitfe ptjnten. De Styl des Stampers is geknopt
en langer dan de Meeldraadjes» die echter ouk
buiten de Bloem uitfteeken en ingeplant zvn
in de wanden, daar de Trechter eindigt,gelyk
my uit de opgefcheurdp Bloem is gebleeken.
De Geflagten van Tucca , Aloë en Agave,
hier op in het Samenftel der Sexen volgende,
zouden volgens de gedaante der Bloem ook
wel tot de Lelieachtigen hebben kunnen t’huis
ge*
(*) Of het een Steng (Caulhy dan een Stengel of Bloem«
fleel [Scapns) te noemen z y , Is my even zo min b’tykba.?r.
Het onderfcheid daar tusfehen Ichynt niet volilrekt bepaald
te zyn. In Phil. Bot. ondericheidt Linnzeus Stapas van
Caulis , doordien de eerfte enkel Bloem en V;u^t,delar,tlle
ook Bladen draagt :■ dienvolgens zou dit een Caa'-is zyn.
Doch men vindt ook wel Scapi genoemd , die Bladen draa-
gen en Caulet zonder Bladen,
gebragt worden: maar, om dat de Geftalte te V»
veel van de Bolplanten afweek, heb ik die nL *
reeds elders befchreeven (*)» Dus volgt dan Hoofe*
hier het Geflagt van STÜS:*
A l s t r o e m e r i a *
’t Welk de Bloem zesbladig, hyna tweelip-
pig heeft, met de twee onderfte Blaadjes aan
den voet pypachtig , en afgeboogene Meeldraadjes.
Het is naar den Sweedfchen Botanist
A l s t r o e m e r getyteld en bevat de
drie volgende Amerikaanfche Soorten.
( i ) Alftroemeria met een opgeregte Steng« . .
ria peiegri-
De natuurlyke Groeiplaats van deeze Soortna’ .
is op het Gebergte, omtrent een Uur gaans
benoorden de Stad Lima in Peru, alwaar de
Plant, wegens de fierlykhéid haarer Bloemen,
Pelegrina , dat is Uitmuntende , van de In*
wooners geheten wordt. Pater F e u h -l ó e
befchryft ze aldus, „ De Wortel is als een
„ bos-
(*) Me» vindt de Yticc.i, onder de Heefter- (Sewasien, in
het IV. Stuk, bladz. 441: de Aloë - Planten in het V UI,
Stuk, bladz. 3jr3 enz,, onder de Kruiden voorgemeld
(1} Aljheoe/r.aria Caule ereólo. Sifi. Nat. Xlt. Gen. 4*8.
Ve%. X1U. 'Gen. 43*- p. 279. Jacq^ Hort, Tab. so. Planti
Alftrameria. Am. Asai. VI, p. 447. Tab. Hemerocadis Flor»
purpurascennbus matnlatis, FKUILL. Peruv. U. p, 7J1.T. j»