4?« M A N W Y V I q E L 3 I, I E*
'Afdeel ne ^ 9em£n ’) — de Bladen gelyk waren aan d»
IV. ' Saleb-Plant (*) ; maar' ik vind niet dat hy
Hoofd- die ergens heeft befebreeven. Ook is het zon-
8TÜK* dcrJing , dat dergelyke Wortels, als die van
- -t Standelkruid , door een h^lf .Uur in Water
te kopken , docrfchynend worden en dan we-,
derom gedroogd, vervolgens tot Poeijer ge*
qiaakt, geheel in Water fmelten en hetzelve
Lymig maaken zouden ( f) . Niet minder vreemd
is t j dat die Saleb , welke by ons bevonden
wordt m verzagtende te zyn voor de Borst in
Koljkpynen, en tegen den Bloedloop uit d'en
hoofde dienftig ( | j ) , de zelfde Wortel z y ,
waar van de Oofterlingen tegen Onmagt en tot
pmfterking gebruik maaken. Ten dien einde
fchynt iets Kruidérigs vereischt te worden, o f
eenige bitterheid, met het Lymige vermengd
gelyk men in de Ginzeng , Pedro del Porco,
Eezoar en Ambergrys vindt, Tot langduurige
Verzwakkingen , door Uitteering, wegens inwendige
Kwaaien o f anders, zyn enkel Lymh
ge middelen dienftig (§).
De
(*) F°Iia fimilia Plant* Salab. Flor. cAigypt, Arrf
p. ij«.
( t ) Vid. Exp. Geoffroy : Mem de PAead. de Paris
1740. p. I35> , &c. Aff. Stockb; 17«*: Verfuche mit Schvje-
difihert Salep von RetziüS: p. 233.
O) M e n zegt erenwel bevonden te hebben, dat de Saleb
in.de Roode Loop een gebrek heeft , van 6p te droegen en
te floppen. Zimmeuman von der Rhur. p. 5Ig.
O ) Nonne plcraque Analeptica yiscqfa funt ? Rux r ï Mat,
Mtd. p. 46$.
w m m m
@p B o L P t A N T E N , 473
De Wortels van ’t Satyrion werden door de V.
Ouden, in Melk gekookt, tot opwekkinge der
Minnelust gebruikt. Men atze ook, ten dien H oofd*
einde, gebraden of gekookt en fchreef’er, insxus.
’t algemeen, eene verzagtende eigenfehap aan
toe. Tegenwoordig bevindt menze van een
zoetachtigeo Smaak , en fqhryfcze voor, tot
verfterking , in Uitteeringen door Borstkwaa-
Jen veroirzaakt.
f17') Standelkruid met onverd. Bolw. de Lip xvir. % f y •* Orchis van ’f Honigbakje vierdeelig en ruuw ge- u/tuiata.
jlippeld, met een Jlompe Spoor en afgezon- Pulclieüg.
) derde Bloemblaadjer. >
Deeze en de volgende, door geheel Europa
ook taamelyk gemeen, voeren by de Autheu-
ien den naam van Orchis Militaris of Straten•
matica , om dat de Bloemen de figuur van
een gehelmd Mannetje voorftellen. Deeze
fchynt wegens de Pukkeltjes, welken zy menigvuldig
heeft, ofpaarfche Vlakjes, die op
het
f17) Orchis Eulb. indiv. Ne&arii Labio qmdrifido putic-
tis fcabro &c. GouAN Monsp. 470. DALiB. Pari 272. PI.
Eaec, 726 , 797. Oed, Dan, T. toj. ©rchis Militaris Pra-
Kiiilis humilior. VA1LL. Par. T. 31. f. 35, 3«. SEG. Ver.
T. i j . f. 4. Orchis Rad. fubrotundis , Labeilo quaJrifilo,
Calcare brevisfimo. Hall. Helv. ineboat, il. p, 138.N. 1273,
T. 28. f; 2. Orchis Pdmionica quarta. Club. Hifl. I. p. 26ïo
Gynofbrchis alter. DOD. Pempt. 234. Orchis Strateumatics
minor- Lob. Jf. 184, Orchis Militaris minor, minima, Riv.
flexar.ir. T. 17.
11. D2EL. XII. Stuk.