V.
Afd eel.
III.
Hoofd •TUE.
Op dorre Bergen, in de Zuidelyke deelen van
Provence, wordt z y , volgens G e s a r d , gevonden.
Daar deeze AfFodil zo wel ongetakt als
Takkig voorkomt, vind ik den bynaam niet
zeer eigen. C l ü s i u s nöemt de ongetakte
Witte , de Getakte Groote Asphodelus , van
welke laatfte hy , van Lisfabon naar Madrit
reizende , de Wortels door den Ploeg uitgerukt
vondt leggen , wel tweehonderd of meer
in getal, aan éénen Stoel hangende, zyndezeer
dik als Stek-raapen.: des hy dagt, dat de ge-
heele Plant wel vyftig Ponden gewoogen' had.
De Steng, zegt h y , valt fomtyds wel twee
Ellen hoog , zynde rond en glad, boven in
Bloemdraagende Takjes verdeeld, en anders
geheel naakt. De Bladen, uit den Wortel of
Stoel voortkomende, zyn langwerpig, fmal,
driekantig en als gekield , gefpitst, voos en
taay. De Bloemen zyn zesbladig, van binnen
wit, van buiten ieder Blaadje met een paarfch-
achtigé Streep getekend. Zy zitten op^korte
Steeltjes en hebben die eigenfchap, aan de
meefte Bolworteüge Planten, welke een Aair of
Trosachtige Bloem draagen, gemeen; dat z y
van onderen op ontluiken, en dus de onderfte
Bloemen reed^ verflenst of afgevallen zyn , eer
de bovenften open ftaan. Een paarfchachtige
A ff dille, met bonte Bladen, vindt tpen door
B a u h i n u s opgegeven. De Zaadhuisjes, zyn
byna rond, met drie verhevene Ribben , in
drie
drie holligheden verdeeld , een zwart driekan- Afdeel<;
Zaad bevattende. „ .-H l*
(2 ) Affodil, die de Stengel naakt heeft,
pellrekte, Elsvormige , gellreepte , Mpf Aspbodelut
Pypachtige Bladen. ; pypbtadi*
ge*
Deeze, die de Stengen minder dan een Efle
hoog en altoos getakt heeft/is in Spanje zéér
gemeen, en komt ook voor in Languedok eh
Provence. In de Woeftynen by Kairo in E-
gypte is een Pypbladige Affodil door F ors-
k a o h l Waargenomen. De Wortels zyn van
die dergemeene Affodillen verfchillende: want
zy hangen Vezelig aan den Stoel, niet verdikkende.
De Bladen zyn fomtyds Pypachtig,
maar ook dikwils halfrond, aan de eene zyde
v lak, aan de andere geftreept, veel bleeker
dan die der gewoone Affodillen, welke insge-
lyks Zeegroen zyn.- De Bloemen vallen kleiner
en witachtig , hebbende de Meeldraadjes
aan de tippen verbreed; de Zaadhuisjes en het
Zaad komen nagenoeg overeen. ,
Dat deeze Affodil ook op Creta groeije,
heeft
(3) Asphodelus Caule nnd», Fol ftriais.^Subalatis, ftua-
tis fubfiftulofis. H. Ups. 83. GOUAN Monsp, 17+. Asphod,
Cauie nuda Fol. ftriftis. C. B. Pin. R* Lagfl». 34. Aspho-
delus Fol. Fiftulofis. C. B. Pin. 29. Aphod. minor. ClUS.
m . 1. p. 197. Hisp. P. 295. t . 295. 090* 20S»
Fhalangium Crets. LOB, ft. 4** *
| ... ■ V: i
£1. DEEL. XI!. STUSEa