$9© Z E S M A N N I G E LELIEV.
De Tulpen leveren we l, door Afzetzels of
Afdeel. j0Dge Bollen, de zelfde Soorten uit; maar zy
Hoofd* zyn in zig zelf aanmerkelyke veranderingen
s tu k . onderhevig. Niet alle Bonte, ’t zy. Vroege of
L a a te , zyn ieder Jaar even fraay. Somtyds
hebben de Roode of Paarfche frnaller, fom-
tyds breeder geele of witte randen. J Bovendien
verdwynen fomtyds , in eene T u lp , de
fchoonfte Kleuren, dat men verloopen noemt,
en dit zyn zy meest door verzuim of door
eene flegte behandeling , onderworpen. Het
kan ook voortkomen van ’ t Salzoen, van véél
Regen o f van te fterke Zonnefchyn: weshalve
de Liefhebbers gewoon zyn hunne: Bedden ,
tegen ’t bloêijen dep^fulpen, met Tenten Van
Zeildoek te voorzien, ’t welk tevens haare
Schoohheid langduuriger maakt.
Het zaaijen baart wel de grootfte verbastering
in dit flag van Bloemen. Daar komen
uit het Zaad der Vroege dikwils Laate Tulpen
voort en omgekeerd. Van de verandering der
Kleuren heb ik reeds gefproken. Men vindt
• Tulpen , die Bolletjes in de Oxels der Bladen
hebben, gelyk zulks in fommige andere Bol-
planten gebeurt. Voorts zyn zy ook onderhe*
v ig , dat men de Stengel, by ’t uithaaien, op-
zyde uit den Bol bevindt te komen, daar de.
zelve niettemin, in ’t eerst,boven uitgefchoo-
ten was, \ welk aan des Bols aangroeijing of
ryzing is toe te fchryven; terwyl, in tegendeel
, fommigen nieuwe Bollen fchieten, diep
in
to den Grond, .doorgaans veel grooter dan d e ^ J -
Ouden, die dan vermageren, en wit van Kleur. IIL
Anderen verfpreiden zig zydewaards, geeven-Hoofd*
de Jongen u it , die door Vezelen met de O u -STÜK*
den als gekettingd zyn ; ’c welk die groote
Plantenminner,CLü s i.us,inde:Bononifche o f
Apetmynfche, als ook in de Spaanfehe en der-
gelyken, in zyn Tuintje, zegt hy, waarnam:
welke Tulpen zo aangenaam van Reuk waren
als de Muurbloemen of,geele Violieren.
Nu gaan wy over tot.de dercje Soort van
dit Geflagt, volgens het Samenftel van den
Heer L i n k j e ü s *
( Tulp mei een veslbloemtgs veelbladige m.
t d ' r . , „, , m Tulipa
Stèngel en Lwi&cile Jj leiden» Breyniandi
Kaapfche,
Deëze Kaapièhe, met een aangenaam roode
Bloem uit den pa-arfchen , eerst door B r e y *
n i d ï naar ’t leven , volgens- een gekweekte
Plant, met een enkelde Bloem in Plaat gebragt,
heeft van hem den bynsam, Onze beroejmde
Hoogleeraar N. L. B u rm an mus brengt wel
daar toe ook t’huis, een Plantje met een veel-
bloemige Stengel , grootelyks daar van ver-
fchillende, door den vermaarden P l u k e n e t
af-
. . ~ . HF'
f l ) Tulipa C3ule multifloro polyphyHo» Fol. Lineaïüm?*
Syjl. Nat. XII, lreg. X1U- SiCyrinchium ex phosniceo - fua-
veiubtnte Plore &c. BBEÏN Cent. T. S®. R-ODB- Elys. II.
p. U. f. II. Plok, T. 414. f. 6. Bobm, Fl. Cap. Prodr»
|I, DEEL, Eli. STUK.