NT. Met den naara van Cunonia, naar den Lief-
^FjjEL* hebber van Kruiden C u n o , in wiens 'luin
Hoofd» deze Plant eerst gebloeid heeft, was dezelve
stuk. door den geleerden B o t t s e r gedoopt. C uno
zelf had^ze, wegens haare fchoonroode Kleur,
als de fchaamte in de nadering tot den Kon mg
haaren Gemaal affchetzende, op eenen Poeetifchen
trant Ésthèr getyteld. Iedereen ziet, hoe oneigen
en ver gezogt dit zy. Hy z e g t , dat dezelve
hem uit Perfie was toegekomen; doch ( of
hy in deezen ook misleid warej men heeftze
naderhand van de Kaap der Goede Hope ge-
kreegen.
De Wortel is knobbelig , met een bruinen
Rok bekleed, van binnen Vleezig, bleekgeel.
De Wortelbladen zyn ftyf enfpits, geftreept,
fmal Lancetvormig., Dezelve fchiet een Stengel
van een Elle o f meer hoogte, Vlerkachtig
bezet met Bloemen, die in Scheeden vervat
z y n , doch een aanmerkelyke langte hebben.
Tusfchen twee geiyke Eyronde, opftygende,
Vleugels , loopt de boven - Lip uit, die Lepelachtig
is, en den Styl, als ook de Meeldraadjes
, wier Pylvormige Knopjes nederwaards uitpuilen
, bevat. De onder - Lip o f Kiel is zeer
k o r t , klein, driedeelig en bultig, als een Ho-
nigbakje onder de Bloem famengeplooid. Het
Zaadhuisje maakt een langwerpige Knop, met
gewiekte Zaaden De Worrel geeft, aan alle
zyden» Draadachtige Vezelen uit, welke aan ’t
end Bolletjes draagen, zegt L i n n ^eus.
(3 ) Antholyza met omgekromde Bloemen, wel- Afpe'el>
ke beurtlings twee Kwabben van de vjƒ* IL
deelige Lip uitgebreid, grooter en Lancet-H oofd-
vormig hebben. 1 ■ J
Van de Kaap der Goede Hope overgebragt^biipiea.
bloeide dceze te Parys reeds inden jaare
in de Tuin van den Heer M o r i n . De Wor.
tel is knobbelig', platachtig rond, met veele
Rokken bekleed > van binnen bruin. De Bladen
zyn breed . als die van Lifch en de Steil-
gel draagt dé Bloemen wederzyds, Vlerkachtig
, van eene fchoone hoogroode Kleur, met
Geel gemengd. Z y zyn Pypig en hebben een
zeer groote Lancet vormige boven-Lip, de onder
- Lip in vy ven gedeeld met korte Lancetvormige
Kwabben , beurtlings drie zeer kort; ’c
welk de Bloem «eer ongelyk maakt. De Schee-
deblaadjes zyn ook roodachtig.
( 4 ) Antholyza met Trechterachtige*Bloemen ,
en Degenvormige Bladen. Meiiane,
Al-
(3) Antbolyza Coroll. incuratis , Labii quinquepartiti
Lobis dttobus altetnis patulis majoiibus Lanceolatis, Gladiolus
iEthiopicus Floie coccineo. CoKN. Canal. 79, T.
79. MORIS. tiijt. II. p. 4ï l ‘ S. 4. T. 23. f. 1. R.UDB»
Elys. II. p» 236. f. 14. Hyacinthus Afric. Fol. Colchici,
Flor» coccineis, Plok. Pbyt. T. 19s- f- *»
(4) Antholyza Flor. Infundibwliformibus , Fol. Linearï-
bus. Meriana Florc rubello. TBEW. Ehrct. T» 40. Watlonia.
Mill. Ie. T, 276.
II. deel. xii. Stuk.