v * „ De Bol is als die der anderen en geeft Gras-
IIIS l' achtige , zagte, breede Bladen uit , van taa*
H oofd- „ melyke langte, als ook een Bloemfteel, met
*TÜK* % eene omgeboogene Aair aan ’t end , vaD wei-
„ nige Bloemen, die Pypachtig z yn, aan den
„ voet buikig 5 voorts rolrond en aan *t end in
,, Slippen verdeeld, drie grooter, drie kleiner.’*
In de natuurlyke Plant zyn deeze Bloemen
blaauw, maar men heeft ’er zo veel Verfchei-
denheden , in ’t witte en röode o f Roozekleu-
rige, van bekomen , dat onze Ridder hier de
agttien eerfte Soorten van T o u r n e f o r t
t’huis bragt* B a d h i b ü s heeft ’er tien,
van Hyacinthen met langwerpige Bloemen en
de groote B o e r h a a v e zes opgetekend (*).
11. ( 2 ) Hyacinth met Klokvormige zesdeelige
Bloemen en een knikkende Bloemtros.
Spaanfche.
De bymaam van Cernuus onderfcheidt dee-*
zen niet behoorlyk , alzo de andere ook vol-
ftrekt knikkende Bloemen heeft. Hier wordt
thans de Spaanfche van C lusius t’huis ge-
bragt, d ie , zo L ïnn^ us aantekent, de
Bloemen meer knikkende en vooral buikiger
heeft ( t ) , van eene Roozekleur, met de Slippen
(*) BOïBH. Lugdi. II. p• .ixi.i
(a) Hyacinthut Cor. Campsn. fexpartitls , Racemo cernuo.
Hyacinthus Hispanicus, Clus. Hiß. I. p, 177.
(T) Cu tu Li huic Baß Heniricofier , pr&cedenti vtro minime ,
wordt