Afdeel; N,ettegenftaande de aangehaalde Afbeelding
m. van B u x b a um door den H é cr fci » * * • § *
Hoofd- tot de eerfte Soort betrokken is, geef ik hier
n°S Plaat» aan de gene, welke de Heer N. L.
B u kma n NOs Tongachtige, wegens de figuur
der Bladen tytek. Dezelve , zegt zyn Ed.,
hadt m de Maand April van ’t jaar i7TS gebloeid
en kwam in Gewas met de eerstgemelde
overeen; doch hadt de Steng korter,ongevlakt
en de Bloemen eens zo groot. Een dergelyk
verlchil heeft plaats in de Standelkruidige Hya-
ctnth, als boven is gemeld.
Jktris ( 4) Aletris die ongeflengd is en tweebladi*.■
llfolia. 0
Tweebla- t* ,
dig?. zou van deeze , die ook een Verfcheidenheid
van de eerfte fchynt te zyn, geen gewag
maaken , indien ’er niet in een Verzameling
van nog niet uitgegeven Planten, uk
het Kruidboek van B o c h o d z , een Afbeelding
van aa;v t licht gekomen ware. die in ge-
Halte aanmerkelyk van de voorgaanden verfchilr.
De Bladen omwinden de Stengel , welke y|.
met Rolronde Bloemen is bezet , waar van
eene afzonderlyk geopend vertoont wordt.
Volgens die figuur fchynt my de Bloem tot
aan den voet verdeeld te z y n , dat met de andef4)
Aletris acauHs, Foliis binatis. Mihi.
Prodr. 10, EclogBotanica pet Wirsing
ïqJ» Tab,
Bukm. Ctfa
Norimb,
deren geheel ftrydig is. Zy was, in dat Kruid- ^
boek , een Soort van Orientaalfche Hyacinth
genoemd; ’t welk myns oordeels beterltrookt.Hoofdstuk.
(5 ) Aletris die ongeflengd is, met Lancetvor- v.
mige Vhezige Bladen en Uveelingfe Bloemen.
thtidis. -
Hyacitl'
thigs.
Veel twyfeling heeft deeze Plant veroirzaakt,
als zeer laDg zonder bloeijen iD de Holland-
fche Tuinen bewaard geweest zynde; zo dat
daar van zelfs Afbeeldingen , met enkele Bladen,
aan ’t licht gegeven zyn, onder den naam
van Aloë , wegens de gedaante ; doch men
heeft naderhand ontdekt , dat dezelve, in fi- •
guur der Bloemen , nader kwam aan de Hya-
einthen of aan dit Geflagt, tot het welke zy -
eindelyk is t’fauis gebragt. Men meent daar
toe zo wel een Ceylonfche als een Guineefche
te behooren; maar dezelven verfchillen mer-
kelyk in ’t Loof, als volgt.
De Ceylonfche ( * } heeft de buitenfte Bladen A.
L a n - ^ ’f** Ceylon*
( i) Aletris acaulis Fol. Lanceolatis Carnofls, Floribus
geminatis. BüRM. Fl. Ind. p. 83, Aloë Hyacinthoides. Sp.
Plant. l. p. 123. Aloë Fol. Lanceolatis pUnis reftis Radica-
libus. H. Ciiff. 132. Ups. 85. Fl. Zcyl. 130. Kam■ Kapel.H.
Mal XI. p, 83. T. 42 i
(*) Aloë Ztylamca pumila Fol. yariegatis, COmm. Hort.
II. p. +1. T- tï\ PtüK. Alm. 19. T. 23S. f. J WErNM.
Kruidt. Tab. N. 74. Aloë Fol, exteriotibus Lanceolatis pla-
pU ete&is Radicalibus &c. R. Lugdi. *3,
Gq j
II, DXEI,, XII, STUK,