V. fóhryft het , onder den Geflagtnaam Phalan-
AFn iEL‘ £ium> aldüs (*->•
Hoohd- ,, De Wortel is een Vleezige ronde Bol,
stuk. „ geevende zeer weinige fpitfe Grasachtige
„ Bladen ui t , dikwils langer dan de Stengel,
„ die een enkeld o f twee ongelyke Bladen
„ heeft jfomtyds drie,welke veel breeder zyn,
,, op de kanten ruigachtig. Uit derzelver Oxe-
„ len komen veele eenbloemige Steeltjes voort,
„ die glad zyn o f maar weinig ruig. De Bloem-
„ blaadjes, op twee ryën, zyn geftreept, uit den
„ groenen geel , van buiten geheel groen,
, , doorgaans glad. De Meeldraadjes , uit den
„ voet derzelven voortkomende, zyn niet
„ b r e e d , noch driepuntig: de Scamper is drie-
„ hoekig, driedeelig.”
m (3) Vogel melk met hoekige tweebladige Sten*
Ornitho- gels; de Bloemen Kroontjeswyze met Tak•
1ralum mi- — , . nimum, kige Steeltjes.
Z e e r
klein. Dit kleine geele Vpgelmelk alleen is door
den Heer d e G o r t e r in Rusland waargenomen.
Het groeit ook by Montpellier op de
Akkers, alwaar de Heer G o u a n het zelden
hoo-
(*) Phalangium R ad ice B u lb o fa , Stipulis' maxi mis hirfu-
t i s , F’oribus umbellatis , Petiolis unifloris. Helv. imhoat. I J ,
p. 102.
(3) Ormthogaium Scapo angulofo diphyllo &C.GOBT»Belg,
2j. PI, Suec. 17 1 , 286. Gouan Monsp, 172. Gort. Ingr,_ 5o.
O rn ith og . luteum minus. C . B . Pin, 71, Hypoxis, R.ENEALM.
Sp. 92, G jlvs, farm, i y i . T . 152.
hooger dan een Handpalm gezien heeft. In V.
Switzerland vondt de Heer H a l l e r het^Fj^ ’1"
ook, en z e g t, dat het laager en Takkiger dan Hoofe-
,het voorgaande is , hebbende v y f, zes of ze-^u^*
ven Blaadjes aan de Stengel, ’t welk tegen de
bepaaling en tegen de Afbeelding van C lu-
s i u s , welke door hem aangehaald wordt, ft ry-
dig is. Die Autheur fchynt het in Ooftenryk
met een Stengetje, van maar een Duim hoogt
e , waargenomen te hebben. Onze Ridder merkt
aan , dat het in Stveeden, in de Tuinen, onder
het voorgaande gemengd, doch niet overal
en dus zeldzaamer voorkomt. Even ’t zelfde
heeft in ons Land plaats. Het verfchilt,
zegt hy, niet alleen in grootte, maar ook door
de fpitsheid der bloemblaadjes , die in het andere
zeer ftomp zyn; om van de takkigheid der
Bloemfteeltjes niet te fpreeken G m e l i n ,
die het Geele Vogelmelk ook in Siberië op
verfcheide plaatfen vondt, hadt naauwlyks een
Plant gezien , die in manier van groeijing, in
hoogte, in breedte der Bladen, in grootte en
Kleur derzelven en der Bloemen, meer veranderde
( * ) : zo dat hy dit kleine voor eene
Verfcheidenheid fcheen te houden van de voorgaande
Soort (U*
( 4) Vo-
( * ) Ha l l . Helv« inehoat. uts.
( t ) Plbr, Siber, I . p . 4 7 .
ïï. Dsel. x i i . Stuk.