V. De Smalbladigheid onderfcheidt voornaame-
A fdeel, (fit Berg - Colchicum , *c welk in Spanje en
H-ofd Switzerland vale. Op Heuvels by Salamanca
s t o k . plukte C l o s u i s hetzelve in de Meymaand
Colchicum, u jt den Grond , met een ftevige Stengel, van
een Span iangte , die op den top een driehoekig
Peultje hadt, met klein, rondachtig, bitter
Zaad bevrugt. In Nederland overgebragt,
H l II zegt h y , heeft dezelve, fchoon eenige Jaaren
gebloeid hebbende , nog geen Zaad voortge-
bragt. Men noemde het aldaar 4terender as en
by fommigen Viilorita.
De Bladen vergeleek hy by die der Duitfche
Byacinthen, drie o f vier in getal, een Vinger
lang zynde en ruim zo breed , maar donker
groen en glanzig, op den Grond uitgefpreid,
flap wordende roodachtig en zuur van Smaak,
Eerst kwam de Bloem te voorfcbyn, doch werdt
fchielyk van Bladen gevolgd en als voortge-
ftooten, die den geheelen Wintel overbleeven
tot den Zomer toe. De Wortel was Bollig,
niet groot, met veele ros en zwartachtige Rokken
bekleed, van binnen digt, wit, zoet met
eenige famemrekking.
Overvloedig vondt de Heer L o e f l i n g dit
Colchicum by Madrit groeijen, ’t welk van het
Gemeene, zo hy aanmerkte, genoegzaam in
het
19, *6. Colchicum Montanum anguftifolium. C. B. Pin. 68.
Colchicum Montsnum. C l’-S, flisp, z66, T. 257« L
p. 2co, Lob. Ic. its*
het Loo f, door de geftalte, kleur en tyd, onder- V.
fcheidcn is j hoewel de Bloemen eveneens zyn,
en hy achtte het moeïelyk te bepaalen, o f Hoofd.
het een byzondere Soort dan eene Verfchei-sTOK.
denheid ware van de andere. Het bloeit zo
wel in de Herfst als die.
(o) Colchicum met gegolfds uitgefpnide Bla- vm.
* Colcbhum
UBTI* vdrie gaturn,
De Bladen van deeze hebben volmaakt
gedaante van een Tulp, zegt L in n /eus (*).
Door die uitdrukking , hoe duister oqk, zal
hy zekerlyk hebben willen zeggen, dat de Bladen
van deeze Plant naar die der Tulpen zwee-
men. Z y komen ook als zodanig voor by Mo-
ia isoN, die door dezelven haar van een ander
Bontbloemig Colchicum, dat vlakke Bladen
heeft, onderfcheidt. Het hier bedoelde , van
*t Eiland Chio, zo men wi l , afkomflig, geeft
ook in de Herfst zyneBloem, die, gelykerwys
fommige Kievitsbloemen, van binnen Ruitswy.
ze gefchakeerd is met zwartachtige Plekjes,
loopende in ’t midden , overlangs, een witte
Streep
( 3 ) Colchicum Fol. Undufatis patentibus. H. CU ff. R,.
Liisrdb. 4i. Colchicum Chionenfe , Flor. Fritillaria: inftar
tesfulatis, Fol. unduiatis. MoRls. Hiß, I!. p. s. 4. T.
3. f. 4. CoJcbteum. variegaturu-, CORN. Conad. Colch. Fritil-
laricura Chienle. RAJ- Hiß. 1171.
(*) Folia hujus fadem exafta Tulip» ferunt, Hirt, Cliß,