V. dendaagfe Koorts (*). Het uitgeperfte Sap,
A fdeel» met Honig gebruikt , dient ingenomen zynde.
H oofd- tegen Venynige Eeeten en de gekneusde Wor-
stuk» tel op de Wond gelegd. Het Zaad, inzonderheid,
zet het Water a f; verwekt Minnelusten
ftempt fommige Bloedvloeijingen. T e veel Pa-
rey gegeten , bezwaart de Maag, doet ongerust
flaapen en droomen, maar men z e g t; ja
flrekt tot verzwakkinge van ’t Gezigt.
iir. ( 3) Look met em platbladige Kroondraagende
iiMAre”1 Stengel; het Kroontje* Klootrond; de Meelsmalkafc
draadjes driepuntig , eens zo lang als de
^ e' Bloem.
Deeze Soort, in Siberie, van de Rivier Je-.
nifea tot aan de Yaik toe, op drooge plaatfen,
voorkomende, heeft, volgens G m e l i n , een
langwerpigen dunnen Bolwortel, met eenige
Rokken en veele Vezelen. De Stengel is van
een Span tot anderhalf Elle hoog, hard en Hevig
, met Grasachtige Bladen , en heeftop den top
een Hoofdje, dat vry groot is, van roodachth.
ge Bloemen, voortkomende uit een tweehoor-
nige Scheede.
iv. OÜ Look met een platbladige Kroondraagende
Retundum.] Steiï-
Rondhoofdige.
^ ha l l . All. Opusc. p. 34,9.
(3) Allium Caule pJanif. Umbellif. Umb. Globola, Stamïn «
tiicuspid. 8cc. Ha l l . All. N. 9. Poiium Csule tcreti Foliofo
«CC. GMEL. Sii. I. p. S6,T. 13 8f M- f. I.
(4^ Allium Csule pUnifc Umbelllf. Starnin. tricuspid.lUrabd
oF BOLPLAS, TEW*
Stengel; de Meeldraadjes driepuntig; het V. ^
Kroontje by na Klootrond j de zydelingfe
Bloemen knikkende. H oofdstuk.
In de Zuidelyke deelen van Europa wordt
de Groeiplaats gefield van deeze, welke Ha l -
LEROokin Duitfchland hadt gevonden, enzy
zou , door C e l s i u s , by Upfal in Sweeden
waargenomen zyn. Haller zegt,dat dezelve in
ProveDce en Languedok zeer gemeen is , groei-
jende tusfchen de Wynftokken en Kermesboo-
men. De Wortel beftaat, zo hy aanmerkt,
uit veele zwarte o f paarfche Bolletjes , tusfchen
de gemeene witte Scheeden famengehoopt. De
Bladen zyn Grasachtig met een Stengel van
drie Voeten hoogte, die een Blpemhoofdjeals
de voorgaande draagt, met Vrugt erf Zaaden
als van Prey.
(5^) Look met een platbladige Kroondraagende v>
Stengel; het Kroontje rondachtig ; de
Meel* Gevlakte*
bella fubglobofa &c. AU. Stathin. alterne trifidis &c. Hall.
N. 8. All. Mont. Capite rotundo. C. B. Pia. 7J. Scoiodo-
ptafum latif. fpontaneum Italicüm. Mich. Gen, 15« T. 24.
f. ï.
; (5) Allium Caüle plartif. Ümbellif, Umbëlla rótundtta ,
Starttin. Lanceolatii Scc. Mat. Med, 163. All. Fol. Cauli-
nis lanceolatis, R. Lugdb. 39. All. Radice oblong* redciUo
obdufta. HALL. Opusc. 37s. All. N. 2». Allmni Mont, li-
tifol. maculatuin. C. B. PU. 74. Tourne. Injti i* 3. Allium
Anguinum. CAM. Epit. Allium Alpinum, DoD. PmpU
684. Victorialis longa. CLVS. Pann. *24.
II. öe sl , XII« Stok,