V.
'Afdeel.
III.
Hoofd*
STUK«
dezelve niet alleen natuurlyk , maar ook in
Italië en elders op Zandige Oevers aan de
Middellandfche Zee. By Lisfabon, in Portug
a l, is zy ook niet ongemeen. De Woitel
wordt door de Engelfche Schepen, die de Ita-
liaanfche Kusten van Callipolis bevaaren, zegt
S e b a , medegebragt. Hier door verftaat hy
de Stad en Haven van Gallipoli, op een uithoek
gelegen in ,’t Ryk van Napels. Volgens
R a u wo l f vindt men dit Gewas ook by Tripoli
in Syrië.^
De Afneeldingen , welken L ob e l en Do-
DON-&ÜS, in hunne Kruidboeken, zo van
den Bol als van de Bloem geeven, zyn even
de zelfden als die van C l o s i d s ; door welken
grooten Kruidleezer de Squille op verfchei-
de plaatfen van Spanje en Portugal, aan den
Zeekant, in Auguftus en September bloeijen-
de werdt waargenomen. Dien zelfden Bloeityd
houdt dit Kruid hier te Lande, en heeft dit
byzonders, dat de Bollen , op een Zolder geplaatst,
buiten den Grond Steng fchieten en
bloeijeD. De Stengel is in de Natuurlyke
Groeiplaats doorgaans een Elle hoog , regt ,
en in de bovenfte helft, Aairswyze, begroeid
met veele witte gefternde Bloempjes, kleiner
dan die der Affodiilen, zo C l u s i os aanmerkt.
Op dezelven volgen driehoekige Zaadhuisjes
» als famepgedrukt en ledig, bevattende
een zwart plat kaffig Zaad.* Na dat het Zaad
ryp» is en de Steng verdord, tegen ’t end des
0F B o t ! n » r ï n; 3*7
Jaars , fchiet de Bol vVf o f zes breed sg roo te ,
groene zeer dikke Bladen, op den Grond leg- II{t
gende, en eenigermaate gekield (*). Hoofd-
De Wortels.of Bollen van dit Gewas, o-stuk.
verkomeude, zyn van een half tot vier o f v y f
Ponden ^twaar , en dus dikwils uitertnaatö
groot. Zy zyn byna van figuur als die der
Hyacinthen, uit veele Rokken , gelyk een Ui-
jen, fa menge fteld. „ De buitenfte zyn by den
„ Steel, (zegt Seba) , als afgerot, droogen
, , bruin op en vertoonen als een marmering
s, door het allengs uitzetten van de witte Ly-
„ mige boven- S|chiL In de Grond gezet,fchiet
„ de Bol dunne Vezelachtige Wortelen” (t)*
W y vinden een Squilla met roode en eene
met witte Wortels by de Autheuren opgetekend
: waar van de eerfte eigentlyk Medicinaal
' zou zyn; doch Baohinos merkt aan ,
dat-’er geen verfchil is in de hoedanigheid.
Ook fpreekt C l u s i u s van een wieren Wortel
en 3 EBA van een witte boven-Schil. Vee-
len twyfelen, of deeze Plant wel de Skilla der
Griekfche Geneesheeren zy. Salmasius
heeft zulks met kragt ontkend; doch dit doet
weinig ter zaake, aangezien de onze de zelfde
uitwerking heeft, als die, waar zy van fpreeken
«
(* ) Clusius zegt di t, die de Plant op de Natuutlyke
plaats hadt zien groeljen. LiNN/EUS zegt , dat de Bladen
Lancetvortnig en gefttekt'zyn.
(t> Zie Seb Kabinett, I. D, p. 71. PL. 44. £ & 4 , ï.
1£» DKEL. xn. STBS.