V. o f wit aantreft. Van meer belang acht ik het.
A fdeel. te ]etten 0p het groot verfchil van de figuur,
Hoo«*d- t welk Plaats hee^ in bloemen der enkel-»
stuk. de en dubbele Hyacintben. De Bloem der
fiyediub.n ftnkelden maakt van onderen , daar zy op ’t
Steeltje zit , een Knopje; weshalve ook onze
Ridder, iD de bepaaling deezer Soort, dezelve
zegt aan den bodem Buikig te zyn : daar de
Bloem der regte zogenaamde Dubbelde o f vol-
bloemige Hyacïnthen zig Klokvormig als eqn
Vaas, ja in fommigen byna geheel plat, als
een Roosje, vertoom. De reden, nu, hier
van , is blykbaar, wanneer men acht geeft op
h u maakzel der Bloemen en de Vrugcmaa-
kende deden.
In de enkelde Hyacïnthen heeft de Bloem ,
welke fommigen zeer verk eerde! yk de Kelk
noemen , eene Trechterachtige gedaante, ver-
toonende z ig , wanneer menze vergroot be-
fchouwt, byna als een Trechter met zyn Tuit
geplaatst op den bodem van een omgekeerden
Bottel, wiens Hals dan het Steeltje verbeeldt*
De rand van den Trechter is in zesfen gefnee-
den en meer of minder omgekruld, ln de Keel,
c f het onderfte van de T u it, bevinden zig de
.Mannelyke Teeldeelen, naamelyk zes Paletachtige
zogenaamde Meeldraadjes , naauwlyks
grooter dan een Zandkorreltje, ieder een langwerpig
Meelknopje hebbende , dat driekantig
is of Prïsmatiek , aan twee zyden bezet met
Stuifmeel, regt overeod Kaande in de opgeregte
regte Bloem. De holte van den Bottel, dat V.
is het Buikig Knopje der Bloem , bevat het^'‘ DjjEL*
VrugtbegiDzel, waar in men, door ’t Mikros- Hoofd -
koop, zeer duidelyk de toekomftige Zaadens™*
waarneemt, in een driehokkig driekantig K\Qot*Hyaelntien*
rondachtig Huisje zittende. Die is met een
taamelyk dik Styltje gekroond , dat zeer kort
is en den Keel der Bloem niet bereikt, hebbende
een breeder Stempel,
De geleerde Heer Marquis d e S t . S im o n ,
door wien deeze Vrugtmaakende deglen zeer
naauwkeurig in Plaat gebragt zyn (*) , geeft
op de volgende Plaat, tot vergelyking, de Afbeeldingen
der Bloemen van eene Enkelde en
verfcheide Dubbelde Hyacïnthen; waar uit men
ziet, hoe dat de Vrugtmaakende deelen door
de Bloemblaadjes, naar derzelver meer of minder
menigvuldigheid, ook in meer of minder
graad verdrukt en in de hoogfte trap van vol*
bloemigheid als geheel vernietigd worden. Uit
zyne Afbeelding der doorgefneeden Bloemen
blykt , dat zy niet, gelyk fommigen zig verbeeld
hebben ( f ) , haare binnenblaadjes van de
Meel.
' (*) In zyn Ed. Werk, genaamd des Jacht hei &c, Amflerd.
1768. PI. 6 , 7 , 8 . Men vindtze ook by uitftek fraay en
niet minder duidelyk , met de Natuurlyke Kleuren, uit de
Enke’de Elaauwe Hyacinth afgedeeld door den beroemden
LEDER MULLER , in zyne Mikrafoopi/che VermaakljkkeJen ,
I. Deel, PI. 2 i : dié reeds in ’t Franfch te Neuremburg, in
*t jaar i 764, uitgegeven waren.
i t ) ons I. Deel , deezer NatuurL^kfi tBJtwkjSU 14a.
H. De e l , x i i , s t u k ,