Afdesi- een ®os van III. mige Bladen, donk^aenrë eg rgoeebne lvdaen DKelgeeunrv, owf-aar
H oofd tusfchen dunne ronde Stengels, van meer dan
8TWÏ» een Elle lang, aan ’t end gekroond met Takki-
ge Bloemfteelen , waar op Bloemen van ge-»
zegde figuur en fchoon geel. De Zaadhuisjes,
zynde dikke driekantige Haauwen, bevatten een
rond zwart Zaad.
Eén aamnerkelyk gebruik roaaken de Tartaa*
ren, in de Ooftelyke deelen van Siberie, van
deeze Plant. De Bladen , verdroogd zynde ,
wryven zy tusfchen de Handen, en van de over.
blyvende Vezels weeven zy zekere Klee-
den, die haar, onder de Beeften- Vagten, tot
een foort van Linnen verftrekken. Hier van
✓ hebben deeze Bladen , by de Rusfen, ook een
byzonderen naatn.
ii. (a j Dagfchoon met hocgroode Bloemen.
iilemtrccal-
Behalve de Kleur en grootte der Bloem ,
fchynt deeze ook daar in van de voorgaande a
volgens G m e l i n , te verfchillen , dat de
Slippen der Bloem als twee ryën maaken. Lin-
nzeos vondt buiten ’t gemelde geen verfchil,
dan dat deeze grooter is en wat laater, naament*
( i ) Hemerotallis CoroJlis fulvit, Lilio* AsphodeJus puni-
ceus. Clus. Ihft I. p. 137. Lilium rubrum Asph. radice. C.
B. Pin. 80, Liriospliodelus phceniccus. Lob. Ie, 9$, Lil. non
Bulb. obfolete colore rubens» Doo. Pempt, 304., GARij?.
frtu. p. a§6, T, <5i<,
g p p i i P i l
■ éS
( p i l
m m
m M
•p S E
! wjÈjÊ
■
s~Wlf K, L
§-»JWÉall
iÉ M
S'l-
mP I0;
Mm IIN. i m-g sn éjéi
K
1 v il 11
J U AJ
ïmMêWMM ll|i|gll ,v m