V;
A fdeel.
UI.
Hoofdstuk.
v.
Scilla
simoena.
Ster • Hya
cinth.
en een Span lang , in H ronde op den Grond
verfpreid. Daar tusfchen ryst een Stengel of
Bloemfteel, van dikte als een Schryfpen, ter
langte van een Span , die aan den top menigvuldige
dunne Bloemfleeltjes uitgeeft ,
paarlchachtig zwart, welke ieder een Bloempje
draagt n, dat uit zes gefpitfte. Blaadjes beg
a a t , die als een Sterretje uitgebreid zyn ,
paarfchachtig blaauw , of donker paarfch en
Violet, o f ook uit den witten roodachtig van
Kleur. Zy hebben in 't midden een Vrugtbe-
ginzel dat hoog paarfch is ,. omringd met zes
Meeldraadjes , die taamelyk breed en Pypach-
tig hol zyn. De Bloem heeft geen Reuk, maar .
de Bladen, afgerukt, rekken zig in Draadjes
pit. Als de Bloemen oud worden, krommen
zig de randen der Bloemblaadjes om. Z y bloeit
in de Meymaand en is. in de Tuinen van voor«
naame Liefhebbers niet onbekend ;,gelyk menze
ook by de Bloemisten kan bekomen; doch
de tederheid van ’ t Gewas en der Bollen maakt-
ze duur. j(J • ;
r ~y Sauille met de Bloemen zydelings, overd
hoeks,
(j) ScilU Tlotibus lateralibus altemis fubnutantibus. ff.
CM IS3. B- Lugdb. 33. GOUAN MoKsp. 17S. Hyacin.
thui Stellaris coeraleus amoenus. G B. Pin. 4«. RuDBi Elyu
II, p. S4- T. 7. Hyacinthus Stellaiis. Cyzantinus. B is t.
E y /l'vetn. 43. f. »• Hyacinthus ferotinus elegantisfitnns.
j , b. Hifi. h . p 58i. Ornithogalmn coeruleutn Byzsntinutn.
TOURNF. In/l, 380,
o r B o l p l a n t e n .
hoeks, eenigermaate knikkende, en een gehoekte
Bloemfteel,
Vo
Afdeeê,
Hoofd*
Deeze , die. in den jaate 1590 van Kon-stuk*
Hantinopolen óverkwam, wordt deswegen Kon-
Jlantinopolitaanfche by fommigen getyteld. Z y
verfcbilt van de voorigen , doordien zy ver-
fcheide Stengels o f Bloemfteelen uit een Bol *
dië di'gt cn Vleezig is , üitgeeft. Die Stengels
zyn hoekig, een Handbreed o f een half Voet
lang, en draagen,dikwils ieder maar twee Bloemen,
welke volkomen als die der gemelde Ster-
Hyacinthen gefatfoeneerd zyn , van eene zeer
bevallige blaauwe lUeur» Drië Bloemblaadjes
zyn van binnen aan da tippen Eeltig o f ge*
nagelden alle zes aan den voet met twee witachtige'Stippen
o f Streepjes getekend. Het
Naveltje o f Vrugtbeginzel, in .-t midden def
Bloem, is geel. De Bloem is. door een klein
Vliezig Blikje befchut. Z y verfchillen, op by*
zondere Planten, in grootte en Kleur, kas»
mende bleeker of hooger blaauw, ook fomtyds
paarfchachtig of Violet, zeldea wit voor, zegt
B aü h iMi s . Tegenwoordig vindt men, by
de Bloemisten , zo wel witte en roode als
blaauwë Ster- Hyacinthen.
(6) Souille met byna overend ftaande Bloemen, VL
weiniger in getal, lyw&L
Men Twee* 1V1CQ bUdigs.
(6) Stilla îlot, etedliusculis paucionbus, Qïtb ÏicOU 568.
X a &
II. DEEL. XU. STUK.