35® Z E S M A N N I C E E L 1 Ë-
V. Deeze, ook aah de Kaap huisvestende, heeft»
A f®“ 1*volgens den Ridder, een Vezeligeri Wortel*
H oofd* niet byna Vleezige , famengedrukte, geftreep-
*tu*. te Bladen , een half Voet lang , omgektorrid,
overal bezet met ftekelige Haairtjes, zo wel
als de Stengel , die eenvoudig is en eeh Bloemtros
draagt met Lancetvormige Blikjes, zo lang
als de Bloemfteeltjcs en ook ftekelig. De Bloemen
zyn wit met een groenen Kiel en geele
Meelknopjes.
Bedenkelyk wordt hier van zyn Ed. t’huis
gebragt, die Plant * welke door den fchrande-
ren M i l l e r , onder den naam van dffodil
met een naakte Takkige Stengel en platte Lancetvormige
Bladen , is afgebeeld en befchree-
ven* ’t Verfchil, ondertusfchen, is in de eer-
fte opflag zelfs vry groot. De Takkige Stengel
ftrydt tegen een eenvoudige o f enkelde zeer- De
Bladen waren in deeze glad * zonder eenige
ftekeligheid : hebbende negen of tien Duimeii
langte en anderhalf Duim breedte in ’t mid*
den en loopende aan beide enden Mali Dit
verfchilt veel van fatengedrükte, Vleezige*
omgekromde Bladen. De Wortels waren Affo-
dil-achtig als dunne Stekraapen. Uit Kaaps Zaad
was deeze in Engeland geteeld , die aldaar Zaad
uitleverde , in driebokkige Zaadhuisjes vervat*
Van deeze zelfde heeft, dat ook zonderling -
is*
delus Caule nudo Ramofo, Fol. planis Lanceolatis. M m ,
ma. t. j6?
is , de Heer N. L . B ü rMannd s zyn P h a - V*
langium Ramofum, ’t welk ik hier voor be-
fchreeven heb, gemaakt. Hoofd-
Mooglyk zal tot één der gemelde SoortenSTi,K*
van Bulbine die Kaapfe Plant behooren, waar
van ik de Afbeelding in Fig. 3 , op Plaat
L X X X , heb gegeven. Immers , dat dezelve
een Anthericum z y , blykt uit de zes Meeldraadjes
en het Vrugtbeginzel binnen de Bloem, ge-
lyk onze Afbeelding duidelyk voorftelt: maar
de Meeldraadjes zyn niet Haairig of gebaard,
als blykt by Letter alwaar men ziet, hoe de-
zelven uit den Voet of Nagel der Bloemblaadjes
oirfprong neemen,en vrygroote Meelknop.
jes hebbeD.
C. Narthecium, met Degenvormige Bladen.
f14 ) Anthericum met Degenvormige Bladen xiv.
en gebolde Meeldraadjes.
fragum.
In de Noordelyke zo wel als in de
öe deden van Europa groeit dit Kruid, dat en *
het
§ (14) Anthericum Fol. Emlformibus, Filamentis Lanatis.
Gout. Belg, 96. Ft. Suee. 269, 227. Griel. Sib. I. p. 7a. T .
18. f. 2. Fl. Lapp. ijs . R. Lugdbs 45. Narthecium. Moehr.
Epb. N. Cur. 174a. p. 389. T. j. f. 1, Pfeucio - Asphodelus
paluftris Anglic'us. C. B. Pin. 29. Phalang. Angl. paluftre
lïidis folio. TOüRNB. In ft. 368. Asphodelus luteus paluftr.
Dod. Pempt. 208. Asphod, minimus lureus &c. Lob. b>,
92.
z
II. D8EL. XII, STUK.