V.
Afdeel*
III.
H oofdstuk.
Talpen.
pjes getekend, die byna tot het end uitloopeh 3
met de Nagels Goudkleurig, de Meelknopjes
bleek. 3* Men heeft ’er met de Bloembladen
van buiten rood , van binnen rood geftreept.
4, Ook komen ’gr voor, die de buitenfte Bladen
op de rug geel hebben, aan de kanten rood
geftreept, van binnen hoog rood , zo wel
'als.de binnenfte, doch deeze geel geftreept ,
met de Meelknopjes 7 war tachtig en derzel-
ver Steeltjes g e e l; de Nagels zeer groot en
Goudkleurig. 5- Anderen zyn ’e r , die de
drie buitenfte Bladen fpits gepunt hebben en
geel , met paarfchachtlge randen, van binnen
rood geftraald; de binnenfte rond gepunt, van
onder tot boven met roode Streepen, maar aan
de randen geel; metgroote geele Nagels,Meeldraadjes
en Knopjes, aangenaam yan Reuk.
6. Dan komen ’er voor, met de buitenfte Bladen
ook rond, van buiten geheel Goudkleurig,
maar de randen en van binnen geel, met eenig
rood; een weinig ruikende. 7. Ook met alle
de Bladen rond gepunt l aan de rug tot het
end geel, met Goudkleurig roode randen en
geele Nagels, die het halve Blad beflaan; dé
Meeldraadjes* g e e l, en; 8. Die bleeker zyn ,
met de Meeldraadjes en Knopjes alleen verfchillen*
de. Deeze beide laatften zyn ook niet Reukeloos»
Van de Rood bonte Vroege Tulpen zyn doorgaans
de buitenfte Bloembladen fpits, de biu-
oenfte rond gepunt. 1. Somtyds hebben dezel»
yen groote Goudglanzige randen , en groote
^(éele Nagels , de Meelknopjes o f zwart o fAfmL '
Hets paarfch en derzelver Steeltjes als met Roet iiï. "
befmet. Z y ruiken taamelylt wel. n. Somwy-HooFD.’
len hebben de buitenfte Bladen van buitenSTÜI* ,
geele randen eh zyn van binnen bleeker rood ; - m
de binnenfte insgelyles maar met breeder geele
Randen, waar het rood Straalswyze in uit»
loopt j gelyk in de buitenfte Bladen: de Nagels
geel, de Meelknopjes Afchgraauw.3. Ook
komen ’er van deezen aart voor , die bleekef
Menie - Kleur zyn. Deeze beiden hebben ook
lenigen Geur. 4. Anderen hebben de buitenfte
Bladen op de rug ge e l , met Bloedkleuriga
•ftreepjes eh geele randen; de binnenften byna
geheel rood en Goudkleurig gezoomd ^ van
binnen meest geel , zo wei als de Nagels 5 •
de Meelknopjes zwart. 54 De Bloembladen *
van anderen zyn allen gefpitst, de buitenften
op de rug geel, voorts Bloedkleurig , maar de
randèh geel ; van binnen met Bloedftreeperi
bver ’t geheel, doch geel gerand * de binnen-
iten van buiten geheel Bloedkleurig, geeI gerand,
van binnen geel, doch omtrent het midden
als een roode Ster hebbende. 6. Vaü
fommigeh, die ook gefpitfte Bladen hebben
zyn de randen Goudgeel, het overige rood,*
behalve de rug der buitenfte Bladen, die eeni-
ge Goudgeels Streepjes heeft. De Nagels en
Meeldraadjes geel , de Knopjes zwart, gelyk
in de beide voorgaan den. 7. Van fommigen zyn
de buitenfte Bloembladen fpits, de binnenften'
ii. DsÈt, XH. stüie, ^ 2 rönd^