sgo [ Z i s M A H K l C E L E t I 8-
V. voor , o f met roodachtige Streepen of gevlakfc.
Afdeel. qqJj z^n >er bubbelde witte Leliën, met groo-
Hoofd- ter en kleiner Bloem* Maar geheel byzonder
stuk. z yn die met nederhangende Bloemen , Uit-
heemfche Lelie o f Sultan Sambach genaamd*
Men noemtze Zambak in de Oofterfche Landen.
Dcrzelver Stengen zyn, volgens C i ü -
s i u s , fchraalder, met minder en kleiner Bladen
b e z e t, de Bloemen vallen ook kleiner,
doch zo welriekende als die der gewoone wittet-
Leliën. Dén Wortel - Bol hebben z y fomtyds
zo groot, dat men dien naauwlyks.met.de
beide Handen omvatten t kan. Deeze komen
dikwils voor met platte Stengels, welke zeer
breed en hoog en zeer Bloemryk zyn. L ob el
hadt aan zulk een Stengel van eens Mans. lang-,
t e , en een Handpalm breed , tweehonderd en
meer, ‘Sneeuwwitte en zoetruikende Bloemen ,
waargenomen. Men verkooptze te Aleppo op
de groote Marktplaats, gdyk hier op de Bloem-
markt de witte Leliën,
Van ouds wordt de Lelie Roos van Jimo ge-»
heten, als uit öerzelver Zog gefprooten zynde.
Mén acbtze niét alleen om haare fchoonhèid,
welke de pragt der Koninglyke Gewaaden van
Salomo te boven ging, en om den aange-
naamen Reuk , dien L ob el Godlyk noemt 5
maar ook om de geneezende kragt. De Wortels,
Bladen en Bloemen , zyn altemaal van
eenë verzagtende hoedanigheid, en dienen uitwendig
zo wel ten dien einde, als tot rypmaa*
K&g
m sÊm
O F BOLPL ANTEN. 231
king van Gezwellen, inzonderheid de Wortels.
De Bloemen zet men in Olie, die daar van we - jxi.
riekende en tevens Balfamiek wordt. Zy z y n , H oofd-;
zo wel als de Bladen, bitterachtig van Smaak.8™*« -
Lelie-Bollen, onder de Afch gebraden, zyn tot
Pappen dienftig. Met het uitgeperfte Sap, in
het Deeg van Brood gemengd, zou de Water-
zugt genezen zyn.
( s ) Lelie met yerfpreide Bladen en
mige opJta,ande Bloemen , die van, binnen *'ƒ"“”»•
ruUW zy n . „gende.
Gemeenlyk worden deeze Roode Leliën genoemd,
hoewel zy uit den paarfchen saffraankleurig
zyn. De Groeiplaats is in Italië, Oost-
enryk, Siberie, zegt L i n n ü ö s , Waarom
zyn Ed. ’er de Levant niet byvoege, terwyl
R a u w o l f ze by Gerargroeijende gevonden
heeft, is vreemd. Door geheel Europa, byna,
houdt menze als Bloemplanten in de Tuinen,
wel->
( i ) Lilium rol. fparfis, Coroll. campanulatis creftis, intus
fcabris. tl. Olijf. n » . Ups. 80. K. Lugdb. Ji. G mEL. Sits.
I. p. 41. GRON. Oriënt. 104. Lilium purpureo - croceum ma-
jus. C. B. Pin. 76. Flore pleno. jr, Minus. lbid. 3. Lilium
purpureutn. Don. Pempt. 198. Martagon Chymiftamm.
Lob. sS». 164. Liliuni phaniceum. C. B. Pin. 77* (. Ll)-
Bulbifemm latifoliutn majus. Lil. Bulbif. anguftifoiium ».
Minus. incanum. lbid. Lilium purpur. tertium. Dod.
Pempt. 199. Lilium cruentum Buibos gerens &c. LOB. lc.
165. i _P 4
II, DEEL. XII. STUK«