40a Z ê s m a n n i g e L e l i e -
Afdeel,
Uk
Hoofd»
STUK.
?!
Aletris
Captnfis.
Kaapfe
A l e t r i s .
Die Geflagt hadt een Trechterachtige ge»
rimpelde Bloem, ook in zesfen gedeeld zynde,
met de Meeldraadjes in den voet der Slippen
iDgepiant en het Zaadhuisje driehokkig. De
volgende uitheerofche Soorten komen ’er thans
in voor ; naamelyk
( 1 ) Aletris die ongejlergd is, wet Lancetvor-
mi ge gegolfde Bladen, een Eyron.de Am
> en knikkende Bloemen.
Na dat de Heer L i n n ^ os die Kaapfe
Plant, onder deeze bepaaling, voorgefteld hadt,
werdt dezelve door gedagten Heer N. L. Bua»
m a n n ü s omftandig, op de volgende manier, be.
fchreeven.
„ De Wortel, een Kegelachtige Bol , van
„onderen plat als een Koek, met omgeboo-
' gen Vezelen. Lancetvormige, gegolfde Sap-
*’ , zeer gladde Bladen , die de Stengel
Scheeds wyze, tot het midden to e , omvatten,
welke anderhalf Voet lang is, eenzaam,met
paarfche Vlakken. De Bloemen aan den
” „ top (i)
( i) Aletris aesulis, Fol. Lanceolatis UnduUtis , Spici
ovati , Floribns nmantibus. Sfjt* Nat. XII. Cen, 414. Heg.
X1U. Gen, 428. p. z?7‘ BUBM- Fl. Cap. Prodr. so. MU«-
KtflCott. tos. M.F. Stokholm *77<>. p. -129. T- 5» Velt‘
heimia. Gtro. AU. Berol. 1771. Orchis Hyacinthoides Fob
Caule et Flor. maciilatis. liuxE. Cent, III. p. ts» T. 30»
„ top van de Steng , knikkende, Pypachtig, V*
,, aan de tippen zestandig. Zes Draadachtig Ar
,; dunne Meeldraadjes, in het Bloempypje in- fjooim«
„ geplant, met rondachtige Knopjes. Een stuk#
„ langwerpig , driehoekig , driehokkig Vrugt-
,, beginzel, toet een Elsvormigen geboogen
„ Styl.”
Het is , volgens den Heer M u r r a y , de
zelfde Plant , waar van wylen de beroemde
H e i s t ë r den Bol van de Kaap ontvangen
hadt, en dié, in den jaare 1760 in de Helmftad*
fe Akademie Tuin gebloeid en ryp Zaad gedraa*
gen hebbende , in ’t jiar 1763 wederom bloei*
de(*J, geevende toen veel forfer Bloemfteel;
waar uit de Heer F a u « i c i us dezelve als
een byzonder (hg van Plant, tusfehen de.Alod
en Hyacinth middelflagtig , befchreef. „ De-
„ zelve geleek , (zegt die Autheur), ten op*
„ zigt van den Wortel en Bloemfteel volmaakt
,, naar de Pernviaanfche Hyacinth, (waar zyn
„ Ed. dit Gewas op. volgen laat); in het L o o f ,
„ naar de Ecemanthüs Colchici folio van D i t *
,, LENi üs ; maar, wat de Bloem-Aair aan-
„ gaat, volkomen naar die Plant, welke Afri*
,, kaanfe Aloë, met zeer lange fmalle driehoe-
,, ki*
(*) Dit blykt duidelyk uit de woorden van den Hoog-
keraar F&bricius , d e zegt : qux nunc , Menie Januario
1763, iterutn Scapnm floridum adhue vegeuoretn ex eodetn
Bulbo protulit. (Enam. Me tb. Plant. Hort, Rtlmjlad I7tfg,
p. 83.)
C c ^ 11« Deel. xil Stuk*