V, Wegens de Bolachtige gedaante der Bloe.
‘ ni.EL* men, die gantfeh riet groot zyn, heeft deexe
Hoofd, den byuaam. Zy groeit op Moerasfige plaat-
stuk. fen van Penfylvanie, als ook van Nieuw Jer-*
fey, in Noord-Amerika.
De Wortel is Vleezig, en geeft Lancetvormige,
Ribbig geilreepte, fpitfe Bladen uit. In
\ midden derzelven ftaat een geheel eenvoudige
SteDgel, die rond is , met eenige Lancetvormige
Schubbetjes, wyd van elkander ,
aan den voet digter en Eyrond, bekleed. Op
't end is een Eyronde, paarfchachdge, Bloem-
Aair, met blaauwachtigé Meelknopjes-
Hier brengt de Ridder die Plant t’huis, welke
iMiLLEii genoemd heeft Feratrum, met
een geheel eenvoudig Bloemtrosje, gaapehde
Bloemen en langer Meeldraadjes. De Geftakê,
inderdaad, gelykc ze e r , doch dat de Bloemen
zig plat open fpreiden, gelyk die Kruidkenner
zegt, wykt ODgemeen af van eene Belvormige
figuur. Ook waren de Bloemen geenszins Goudkleurig
, gelyk in die van P l u k e n e t , maar
donker-rood en ten deele Maönelyk, ten deele
tweeflagtig: zodat de Plant, volgens M illers
oordeel, billyk, met het Veratrum, tot een
andere Klasfe moest behooren.
,}]■ . C2) Helonias met Borjlelige Steunbladen. Hikmat J ° °
%Aipbodc~ T-»
hides. Dee-
Aftbdil' ^
lige. f a) Helonias Foliis Caulinis Setaceis. Asphodel us minor
albus. Plus. Mant. 25, T. 3+2. S, 3,
Deeze, ook in Penfylvanie groeijende,
éen geheel enkelde Steog , twee Voeten lang, ’
overhocks bezet met Borftelige Bladen, en aan H oofd-
\ end getrost met lang geiteelde witte Bloem'STUï#
pjes.
Zeer gelykt deeze naar de AfFodil, zegtLus .
S/Eüs, maar heeft drie omgekromde Stylen. Ik
twyfel of de aanhaaling van de kleine witte
Afrodsl, uit P l. u k e n e r , wel regt be-
greepen zy. Immers, het fchynt my toe ,
dat met die Figuur een andere Plant bedoeld
worde ( * ) ; waarfchynlyk de kleins Hya-
cinthoides, hier voor befchreeven, Katu - Kapel
der Malabaaren.
f o') Helonias met Liniaale Bladen en Takkise nr,
. Helonias
Stengeltjes. minuia.
Zeer kleine*
Nevens het Vlek aan de Kaap der Goede
Hope, op Puinige o f grof Zandige plaatfen, is
deeze door den Heer K o e n i g gevonden,die
men ook in de Upfalfche Tuin gehad heeft. Haar
Wortel is een Kegelachtig Bolletje, van onderen
geknot en gerand. De Wortelbladen L iniaal,
Vleezig , fpits , langer dan de Stengetjes
o f Bloemfteeltjes, welke rond zyn en Takkig,
met witte Bloempjes , ieder op een Steeltje.
Het
(3) Helonias Fol. Lineatibus, Scapis Ramofis, Mam.zti.