V.
A fdkeil.
IV.
H oofd-
STUK.
en Amerika * zégt L i n n ml o s , groeit deeze,
doeh zy valt ook vry Zuidelyk, gelyk in Lan-
guedok, daar menze Sabot de notre Dame, dat
is Lieve Vrouwe-Schoen noemt, en in Virgi-
nie. In Switzerland is zy niet zeldzaam , zegt
de Heer H a l l e r , die het Gewas zeerfraay
afbeeldt. Hy noemt het een fchoone Plant,
gelyk inzonderheid uit de gekleurde figuuren
vati ’t zelve , by M 1 1 l E Li eh by W e ï n m a n ,
blykt.
De Wortel beftaat uit Vleezige zwarte Vezelen
, die zig digt aan de Oppervlakte deè
Gronds uitfpreiden. De Stengel is eén Voet
of anderhalf hoog , m t Blaadjes bezet byn'4
gelyk het Biesblad, welke drie o f vier Duimen
lang en aan den Voet by de twee Duimen
breed zyn , loopende zeer fpits uit* Óp t end
vaü de Stengel komt èen enkele Bloem * die vier
paarfche Blaa jes heeft, twee breeder , twee
zeer fmal; van elkander uitgefpreid , eh in 't
midden een dergelyk Honigbakje, als boven is
geroeid, geel van Kleur, met een Lipje of
Dekzeltje aan ’ t begin , waar onder de Vrugt-
maakende deden geplaatst zyn.
Zodanig komt het Vrouwefchoen id Europa
voor; doch men heeft ’er Verfcneidenheden van,
’t zv met kldner of g ooter trede óf ook met geheel
paarfche Bloemen; zo wel in Nodrd-Ame-
rika als in Siberië ; welken de Heer G me l i n
zeer omftaodig heeft betchreeven. Hy merkt
aan, dat de fleuren niets doen tot eene Soor*
.té*
telyke onderfcheiding in deeze Plant: want V;
Behalve de opgetelde Verfcheidenheden (zegt AFjy f^
hy) is oudtyds reeds , door G a s p a r B ad - Hoofd-
e i N ü s , een Vrouwefchoen met een purper *TÖEs
Blaasje en witte Blocinen waargenomen. Doch
hy maakt een byzonder Soort van zyne Calceo•
lus met twee Eyronde StengUaden, hier als de
laacfte Verfeheidenheid door den Ridder opgetekend,
waar van A mman , onder den naam
van Kleiner Vrouwefchoen met bonte Bloemen,de
Afbeelding gegeven hadt. M e s s e r s c h m i d t
hadt dezelve by Tobolsky in Siberie gevonden
en noemdeze „ Calceolus, welke een enkele
„ kleinere Bloem heeft, die wit is en met paar*
>, fche Vlakken getekend, het Zakje weinig of
„ niet omgeboogen , de Wortel Vezelig en
» langer kruipende.” O f het de zelfde was met
het Kanadafch Vrouwefchoen van C o r n u t u s ,
kon A mma n uit deszelfs gebrekkeiyke be-
fchryving niet opmaaken. G m el i n echter
verbeeldde het zig (*)en dat Schoentje , ’t welk
hier van hun een Blaasje en Zakje genoemd
wordt, komt wel wat verfchillende voor, ten
opzigt van de figuur en dwarfe Streepen of
Kreukels, die het van binnen o f buiten heeft,
veranderende ook naar den ouderdom; doch
zy fchynen allen tot eene zelfde Soört,die ook
wel
O ) Videtur, zégt h y ; dsch Haller gaat verder, zeggende
Conjungit certe LidMiEDS et ipfe G m e m n USS
notas discriminis gaari inquirant» Helv, inebeat,
Mm