V* dikwïls waargenomen, en ten dien einde worde
'Afdeel. Zy s 20 w e } a]s t0£ rypmaaking van Gezwellen ,
Hoofd- onder Pappen gemengd , of op zig zelve, met.
stuk* Wyn o f W ater, tegen de Pynen der Kraam-«
vrouwen, op het L y f gelegd; terwyl zy tevens
den Brand verzagt en de inwendige Rotting
wederftaat. Men heeftze ook , ter bevorder
ringe van den arbeid in een moeielyke Kraam ,
met gewenfcht gevolg ingegeven. In de Ged-
zugt is zy van fommigen gepreezen en, om de
Kinderpokjes te doen uitzetten, wordt zy dik**,
wils van het Gemeen gebruikt.
ueTuin-" By verfcbeide Steden in Switzerland teeli
CrocusfCR.men (je Saffraan ook, volgens den vermaarden
H a l l e r , die aan merkt, dat zy de Bloem
veel grooter dan de gewoone Croeusfen, en den
Styl veel langer gehoornd, heeft, ook veel
aangenaamer zynde van Reuk. Deeze, die een
voornaam Sieraad van onze Bloemtuinen, i a ’i
vroege Voorjaar, uitleveren, komen, in ’twilde
, op verfcheide plaatfen van Europa voor.
By Kadix, in Spanje vondt C l o s i us dezelven.
op lugtige Heuvels in January en February
bloeijende. De Heer H a l l e s , hadtze op de
Switzerfche Gebergten., daar men zelden zo
vroeg reist, in verfcheide Togten niet gevonden
, tot dat zy hem voorkwamen in een fpon-
gieuze geelachtige Grond , van welke maar
weinige Dagen te vooren de Sneeuw was af-
gefmolten. De Kleur wasgemeenlyk wit, van
boven en van onderen Viole t, doch buitendien
dien waren ’er oatelbaare Verfcheidenheden
wat kleiner van Bloem dan in de Croeusfen a n
onzer Tuinen , welken hy allen, op ’t voor- Hoofd-
beeld van onzen Ridder , famenvoegde
De Geele, met groenachtige Streepjes, wordt
ook op de Alpen gevonden, en van deeze tekent
B a u h i n ü s zes, van die met andere
Bloemen e lf Verfcheidenheden aan , naamelyk
Croeusfen die niet geel zyn.
x. Met een paarfch bonte Bloem, gemeenlyk zes-,
doch ook fomtyds agtbladig.
2. Met een groote paarfche Bloem.
3. Met een witte Bloem, die paarfchachtige Aderen
of zelfs de punten paarfchachtig heeft
o f zwarte Streepen.
4. Met wit bonte Bloemen.'
5. Met Bloemen die uit den paarfchen Violet zyn ,
op verfcheide manieren gemengeld , fomtyds
met blaauw of ook met een weinig geel.
6. Met gevulde of dubbelde Bloemen.
7. Met meer dan ééne Bloem op ieder Steekje,
en wel paarfch-Violet met witte of wit met
blaaywachtige Streepen.
8. Met kleinere wit bonte Bloemen.
9. Met kleinere paarfchachtige Bloemen.
10. Met Afchgraauwachtige Bloemen.
11. Met Colombyne dubbelde Bloemen.
Cro-
(*) Omnes quotquot fimt Helvetix cives, in Alpifans lec-
COS Crocoï, in unum tfnio Vtrnum latiftlium. Auflotem hafoeo,
quem nbiqne maxi mi fggio, LlNNJEOM, It, Htivit, II.
.?• *J4*
P» PEEL, XII, STB»,