V. by my io een Pot bloeide, zeer donker paarfch
'Afdeel. eQ byna zwart van Kleur, het andere met wit*
H oofd- te Bloemen. Van het eerfte gaat in Fig. 2,
stuk. Plaat L X X X V , de Afbeelding Levensgroot*
te , hier nevens.
De meergemelde Heer THUNBERG,dat
Exemplaar by my ziende, verzekerde my * dat
de Ridder L ih n j i d s die Plant elders als
een nieuw Geflagt, onderden naam van Sparr*
MANNiA, naar den vlytigen rdzenden Botanist
deezes naams , hadt voorgefteld. Ik heb het,
tot nog to e , nergens kunnen vinden, en der*
halve breng ik ze hier onder den opgegeven
Soortnaam, als een Soort van Melanthium ,
naar welk Geflagt zy veel gelykt.
De Bloemblaadjes , immers , in figuur naar
die der voorgaande Oostindifcbe zweemende,
doch Sleufachtig hol, geeven , als *t ware, uit
hunne Nagels, welke famengegroeid zyn, ieder
een Meeldraadje ; gelyk men in de eenmaal
vergroote Bloem , by d, duidelyk z ie t, wier
geele Meelknopjes op de zwartachtige Kleur
der Bloemen ze e r , en byna eveneens als in
het witte Nieskruid, affteeken. Dit maakte
myn bloeijend Plantje zeer fraay en het gedroogd
e , dat zyne Kleur behoudt, nog niet onaartigs
Maar het byzonderfte i s , dat deeze Bloemen,
zo veel ik ’er heb kunnen onderzoeken, geheel
vao Vrouwelyke deelen ontbloot zyn. Die van
myn Exemplaar met witachtige Bloemen , in
tegendeel; zo veel kleiner, dat men eenc der*
zei*
zei ven, by n , vyfmaal in Afmeetingen vergroot V.
ziet, hebben allen een Vrugtbeginzel,metStyl-AFjj]e l ‘
tjes, wier getal fomtyds drie of'ook v y f o f zes fj0OFD*
en meer is ; fchynende di t , zo wel als ’ t getal stuk.
der Meeldraadjes, af te hangen van ’t getal der
Bloemblaadjes of Slippen , die ik hier v y f ,
zes o f zeven , bevonden heb. Ondertusfchen
heeft dit laattte de zelfde Geftalte als het andere
: zo dat dit Plantje ook tot de Klasfe der
Tweehuizigen o f Veelwyvigen zou fchynen te
behooren.
T r i l l i d m .
Een drieblad]ge Kelk en een driebladige
Bloem onderfcheidt dit Geflagt, welks Vrugt
is een driehokkige Bezie. Daar toe behooren
de volgende Noord- Amerikaanfche Planten.
( 1 ) Trillium met een gejleelde knikkende T.
Bloem. Trillium
'! cirnuun.
In Karolina heeft deeze haare Groeiplaats, Knikkefldt
zynde een Kruid met een Knolligen W ortel,
die twee o f drie Steelen uitgeeft van ongevaar
een Span langte, volgens C a t e s b y , op ’t
end
(1) Trillium Flore Peduneulato cernuo. Sy/l. Nat. XU.
Gen. 4 ,i. Peg. XIII. Gen. 456. p. 2*7, Paris Fol. ternis
Ilote Pedunculato nutante. Colo. No vei. 81. Solanutn tri*
phylltttn, Flote hexapetalo Catneo, C atesb Carol. I. p 4 5 .
Seh g .vi. Vtg. t. Band. Pl. 90.