V. de Bladen îs dit byzonders , dat zy blykbaar-.
* lyk gefteeld zyn, ’t welk niet voorkomt in eenk
Hoof d* go der befchreevene Soorten, De Steeltjes zyn
ïtük. een Kwartier Duims lang. De Bladen hebben
een volmaakt Laneetvormige figuur, met drie
of vyf Ribben overlangs, zynde ongevaar een,
half Voet lang en drie Kwartier Duims op ’t
breedfte. Van boven fcbynen zy donkerer groen,
en rüuw, van onderen ligter glanzig en eeni-
germaate Zilverachtig te zyn geweest. De Kleur
der Bloem is geelachtig. Nog een andere L.elie-
heeft zyn Ed. aldaar geplukt, die langer en
fmaller dan de gewoone Leliën , doch ook wit
van Kleur was en een weinig krom , gelyk de-_ zelve in myne Afbeelding , PI, LXXXÎ1. Fig,
' a , eenigszins verkleind vertoond, wordt, zynde-
deeze Lelie-Bloem , in myn Exemplaar, voile,
vyf Duimen lang,
F a i t h L a R i a. Kievitsbloem,
Een Klokvormige Bloem , die zesbladig is , en boven de Nagels een Honigvoerende Holligheid
heeft (*), met de Meeldraadjes van langte
als de Bloem ; ftrekt tot onderfcheiding van dit
Geflagt, waar in, behalve de gewoone Kievits-
Bloemen , vcrfcheide andere Bloemplanten vervat
zyn, als volgt, (i)
(*) Supra Ungues Cavitate NtHariferS.. Dit beven zsl mçn
verftaan moeten ten opzigt van den Voet der Bloem, die ne-
dethangt : des het eigentiyk onder zou moeten zyn. Aan jt
hoofd det Klasfe üaat, bofi /«vê4 NsRariferA eva:à»
ri) Kievitsbloem wet een gekroonde Bloemtros9
die onder naakt is, en geheel effen- m . *
randise Bladen, Hoofd*
° STUK*
Uit Perfie, waar menze T u f ai {noemde", was
deeze fraaije Bloemplant, die men Keizers- imperiaHs.,
Kroon of Kroon Imperiaal, in ’c Franfch Cou-^eizets-
ronne Imperiale tytelt, te Konftantmopolen go
bragt en van daar, nu ruim tweehonderd jaar ge-
leeden, door geheel Europa verfpreid, alwaar
zy thans gemeen is in de Bloemhoven- L i rijf
jkus gaf ’er bevoorens den naam aan, van
Petilium, ontleend v a n P u N ics, die deezen
naam gegeven hadt aan een dergelyk Kruid»
Thans heeft hy ze in dit Geflagt betrokken.,
De Plant heeft een vasten, Knolronden,
Bol, die. niet Schubbig is, naar een Uijen ge-
lykende en naar Look ruikende. Hier uit komt
een dikke Stengel, zonder W ortelbladen , voort,
die Kranswyze bezet is met Lelieachtige Bladen,
doch boven geheel naakt, en uitloopt in
een Kroon van opftaande Bladen, tusfehen welken
gefteèlde Klokvormige Bloemen , vier [of
meer in getal, nederhangen, Zy fpreiden azaign
( i) FritillarU Racemo Comofo, inferne nudo, Foliis in*
tegerrimis. Syfi.Nat. XII. Gen. +°7. Veg. XIII. Gen 4>i*
p. 269. GoUAN Monsp. ïyo H. Ups. sa, Petilium Fol Cau-
linis. H. Cliff. 119. R. Lugdb. 30. Lilium f. Corona Impe»
ïiaüs. C. 15. Pin. 79, TOURNF. Infi 373- Do°- PemP*< 2o*‘
Tufaif- Lilium Perficum. Clus. Hifi. I. p. «7 > 1*8»
Q 4
II. DEEL. XII, STUK.