'Asïïm Deeze Virginifche heeft opgeregte, enkelde,
effene Stengen van twee Voeten hoogte; de
H oofd« Bladen eenigermaate gelteeld , Lanceivoimig a
**UK* aan de bovenzyde agterwaards ruuw * met rib-
blge ruigachüge Scheedjes , aan den mond gebaard
met rosfe Ha3irtjes. De endelingfe Om-
trïndzeis zyn byna Hartvormig; de Bloemen
blaauw , met Hartvormige Blaadjes, het on-
derfte korter en een Voetje hebbende.
vr.' (6) Commelina met gelyke Bloemen en onge*
t Z7tÏj%Ï Jleelde Bladen, die Eyrond - Lancetvormig
K n o b b e . en eenigermaate kanthatnrig zyn.
lige. o
De Wortels , uit veele Knobbels famenge-
voegd, gelyk in ’t Kruid dat men gemeenlyfc
Hemelfleutels noemt of Smeerwortel on-.
derlcheiden, niet alleen deeze Soort} maar ook
de Bloemen , welke drie egaale Bloemblaadjes
hebben , grooter dan de drie overigenj weshalve
dezelven veel naar die van ’t Ephemerum
van T oornefort, nu Tradescantia genaamd
( f } , gelyken. De Stengetjes zyn omtrent
een Voet hoog , volgens meergemelde»
Di llek ius j de Bladen ruuw en overlangs
dieper
& (6) Commelina Cor. aqual. Fo’ils fesGIibas, Qpato- Lan-
ceolatis, fubciliatis. H. Ups. ig. H. Cliff. 21. R. Lugdb, 33.
Commelina Radice Anacamplêrotid«. Dill. Eltb, 94. T.
79. f. 90. Commelina Faludola latifolia. Eurm. Zeyl, 69,
T. 20. f, 2.
(*) Zie II. D. VIII. STUK , bladz. 642,
( f ) *t Zelfde, bladz. iZ9*
t B o t r t A N T l ï t *
diepÊr geaderd of geftreept dan in de anderen.
De Ceylonfe Moeras Commelina, die breedbia
digis, van den Heer J. Bü rma n s ö s , wordt Hoorn-i
hier , fchoon glad zynde, t’huis gebragt door
den jongen Heer. Dezelve , met Runderen-
Melk gekookt, zette het Water a f, volgens
de aanmerking van He rma n s u s .
Niet alleen de Bengaalfche, fomtyds Geele
tweebladige, fomtyds blaauwe driebladige Bloemen
hebbende , maar ook deeze Knobbelige ,
vondt de Heer F orskaohl by Hadie in A.
rabie, alwaar zy Vaalan genoemd werdt. De
Bloem was driebladig blaauw 2 de Steng gegaffeld
, zwak, kruipende in een Waterige Grond.
Het Landvolk gebruikte ’er de gekneusde Bladen,
naar ’t zeggen was, om, op een Wond
„eleed , daar een Doorntje was ingekomen ,
hetzelve uit te dryven. Die Bladen waren Ly-
rnerig, eenigzins kauthaairig en zeer vlak (*>
( 7) Commelina die gelyke
verdikte Steeltjes ; de Bladen Lancetvor zawnia.
mig, met ruime Scheeden, die aan den £ -rbi*-
rand ruig zyn en dubbelde Blikjes.
Deeze, in de Franfehe Volkplantingen by de
Li®
( * ) Flor. JEgypt. Arab. p , . T. ncen.
O) Commelina Cor. aq Pedunc. .ncwsfat.s, Fol- Lanceo
latis &c. Zanonia Graminea Perfoliata. Plum. gS.^Pcilclymsnom
refturn Herbacevim GentUna fobo. SloAN. Jam,
j ï , . Hifi. 1- P- *43- T. 147- **
jï , ©eku XII, Stuk,