V. Hyacinthen, zo enkelde als dubbelde ,by Naa-
A fdeel. v jndc aangetekend : wier verfcheidenheid»
Hoofd- wanneer zy op Bedden in bekwaame orde ge-
stuk. plaatst zyn , het Oog der Liefhebberen onge*
Hyacfatben.meen verluftigt.
Ruim een Eeuw geleeden , kwamen de dubbelde
Hyacimhen nog in geen aanmerking.
S w e r t i u s geeft, in zyn Florilegium, dat
tot een Verzameling der Afbeeldingen van al*
lerley fraaije Bloemen ftrekte j die van veertig
Soorten ,van Hyacinthen , o f daar omtrent,
waar onder zig geene Dubbelde bevindt. Na het
het verval van den Tulpen-Handel, voorheen
* Biadz. gemeld * . begonnen echter de Hyacinthen ai-
è,°* leDgs het hoofd op te fteeken , en dus werct
van dezelven langs hoe meer werks gemaakt.
Maar men lette toen flegts op de zwaarheid der
Bloemen , de fraaiheid der Kleuren en de aangenaamheid
van Reuk. Men verwierp , onder
de Nieuwelingen , alle, die van de gewoone
regelmaatigheid afweeken, en gaf dus in ’t
geheel geen acht op Dubbelden, welken men
voor wanfehapen aanzag , verkiezende flegts
de genen , die tot Zaaddraagen wel gefchikt
waren. Even zo weinig als een Liefhebber
thans op dubbelde Tulpen het Oog flaat, werden
de volbloemige Hyacinthen diestyds ge*
estimeerd. De fraaiheid van een dubbelde
Hyacinth , by toeval uit de Enkelden gefproo-
ten en bewaard gebleevcn , bekoorde eindelyk
de Bloemisten om dezelve voort te teelen ;
. .
\ welk aanleiding gaf tot het begin der tegen- •
woerdige Liefhebbery. Dit moet niet veel 1
voor den aanvaDg1 deezer Eeuw geweest z yn , Hoofd- .
aangezien de zogenaamde. Koning van Groot iyUKr
Brittannie, die tegenwoordig voor de oudüe
gehouden wordt * thans maar omtrent tagtig
jaaren is gekend geweest. Deeze Bloem werdt
oneindig meer geacht dab de anderen en het
ging zo ver, dat men ’er meer dan duizend
Guldens voor betaalde. ïn warme Landen
overgebragt, ontluikt hy veel fchopner dan te
Haarlem en flaagt Xo wel op den blooten
Grond als. in Broeijbakken , maar 'vergaat in
een koud vogtig Terrein.
Sedert dien tyd , dat is gedüurencïe het be •
lorp deezer Eeuw , , heeft men zig mei; zo
veel v,!yt toegelegd pp het.aanceelen van nieuwe
Soorten en op allerley manieren, door verbetering
van den Grond , de aaokweeking en
Voom-eeling zodanig bevorderd, dat het getal
ontzaglyk is .vergroot. Jn plaats van veertig
o f vyftig Verfcheidenheden , die men voor
honderd Jaaren kende, waren ’e r , in !t Jaar
1767 , te Haarlem reeds zo veelen rüet Naamen
onderfcheiden , als ik bevoorens, van de Verfcheidenheden
der Bloemen fpreekende, in een
Tafeltje opgegeven heb (*). Hetzelve had
ik ontleend uit de Lysten der Naamen, door
den
(*) II. De ï u .L stuk :van deeze fp/l}rie%
biadz. 213.