V.
JlïDEKL,
II,
Hoofdstu
k .
Giglio overeenftemt. „ De Ouden hebbenze
, , in ’ t Griekfch Iris geheten, om dat deKIeus
j, zweemt naar die van den Regenboog, maar
a, tegenwoordig wordtze van alle Natiën Lelie.
» genoemd , zegt L o b e l . De gedaante im*
s) mers, wanneer menze op zyde hefchouwt,
„ ftrookt vry veel met die van de Leliën in
s, ’t Kpninglyk Wapen van Vrankryk,enmeer
,, dan de figuur der gewoone Bloemen van,
j, dien naam.”
ü it ééne Stoel geeft dit Gewas veele Bk*
don 3 die weezemlyk Zwaardachtig zyn, Ibmtyds
langer dan een E lle , om laag meer dan twee
Duimen breed, elkander Scheedswyze omvattende,
dik en lievig, glad en in een punt uit*
loopende, Hier tusfchen komen dikke ronde
SteDgels vo o r t, anderhalf maal zo lang, met
eenige Bladen , aan \ end Takkig, en aldaar
verfcheide Bloemen uitgeevende, die groot zyn.
Dezelven fpreiden zïg als in negen Bladen uit,
waar van de drie onderften omgeboogen, van
binnen n f g , een Vinger lang, paarfcb o f Vio-
let zyn, met witte Aderen. De Eaaïrigheid
is geelachtig , gedekt met een kleiner fmaller
Stempel-Blaadje, aan ’t end gefpleeten, 't welk
groenachtig o f bleek blaau wis van Kleur. De drie
hovende Bladen, Lepelswys’ hol , en naar
elkander toegeboogen , maaken een Soort van
B o l, die paarfcbacbtig is , fomtyds met witte
Streepen. Het Hemelfchblaauw en Purper regeert
io deeze fchoone Bloemen zodanig, dat
gifnzf*
M l
ÖI) B o l p l a n t e n * 7 ï
BWe.deswegeD.gemeenlyk blaanwe o f paar. ^ V .
iche I r is , o f by de 1 uinieren Irtas noemt. ^ ■
Onder de Bloem , wier Bladen tot een Pypje Hoofde
famenloopen, zit het Vrugtbeginzel, dat een stuk.
langwerpig zeshoekig Zaadhuisje wordt, van
binnen in drie Hokjes verdeeld, en langwerpig
ronde Zaaden bevat. _ .
De Wortels van deeze Plant, in onderlchei-
ding van die der voorige gemeenlyk Inlandfche
genaamd, zitten knobbelig met knoopen aan
elkander, zynde van buiten donker ros, van
binnen wit en zwaar van Reuk. Deeze worden
ook in de Geneeskunde gebruikt en het
Sap derzelven, inzonderheid, is tegen de a
terzugt aangepreezen; doch de ongemeene
fcherpheid, die den Mond en Keel verfchei-
de Uuren als verfchroeid houdt, maakt het
raadzaamer uitwendig , tot Wondzuivering en
tot het wegneemen van Vlakken der Huid.
Door kooken wordt het zagter en de gedroogde
Wortel kan veilig , als een openend
Bloedzuiverend Middel, worden ingegeven. De
Bloemen leveren door weeking en rotting, met
Kalk ’er by gedaan , een fchoone groene Verw
uit.
(4) Iris met geb, Bloemen; de Stengel hooger
dUTl bucina•
Ylierach^
l4) Iris Cot. Barb. Caule Fo!. altiorè mulrifloro &c. Iris l,Se*
latifolia Germanica Satnbiici odaie. C. B. Pin, }i. Iris nu»
ior latifolia odava, Clus. Hifi. b p. n j . E 4 II. deeüi» xn. Stuk.
n
M \
TjgM