374 Z e s m a n n i g e L e l i e -,
A f m * ** N a auw ly ks is ’er een Bloem , die de Wet-
' ju. i» ten ^er Kweeking bekwaamer ondergaat,of
H oofd- s> daar door befcbaafder gemaakt wordt, dan
srvn* 5, deeze ; zeide L i n n ^ üs. Hierom wordt
|lyacinthen Jy zy ,y hedendaags , by de Haarlemmer Bloe-
„ misten, als de Koningin der Bloemen geëer-
s, bied en gekoesterd: maar,de Kweekingver-
„ waarloosd zynde, neemt zy allengs, weder*
,» om, haar wilde manieren aan.’’
Dus fprak de Ridder , nu ruim veertig Jaar
geleeden , toen hy den Cliffortfen Tuin be*
fchreef, van deeze vermaarde Bloemplant, die
tegenwoordig nog de grootfte Liefbebbery der
Bloemisten uitmaakt. Verwonderlyk is het te
zien, met welk eene zorgvuldigheid de Grond
der Bedden, waar in menze planten wil, bereid
wordt,om vryheid en Voedzel te verfcbaf-
fen aan de zwaare Wortelvezelen der Bollen!;
Verwonderlyk is de zwaarheid der Bladen,
Stengels en Bloemen, door zodanige Oefening
gekweekt! Verwonderlyk de lchoonheid der
Bedden, in haare Bloeiryd praaiende met een
oneindige Verfcheidenheid van Hyacinthen,
blaauw , w i t , Roozekleur en rood, ja zelfs
thans
& plenus i * 3 . C. B. Pin, 44.. Hyacinthi Species 20»
<53- TOUBNI In ft. 34 j. BoeRH Lugdh. Sp. \% - j8. Hya-
cinthus Orieoulis Sp. 10-14. Motos, ttift. XI. p. 474.
S. 4, T. 1 1. Hyacijithus Or» major et minor. D OD.
JPtHipt* 216 Hyacinthm Oriënt. Grxcus , purpureombens ;;
^najo^ polyantUos : ajbus et minor. L ub , Ie, 104, iqs ,
O F B O L P i- A 8 T 1 5 ’ 375
, . met veranderingen , te fyn om van
S r e P la n t de Neusgaten niet minder „ tiu.
n™ het Gerist , door een hy uitftek beflyken
o i r .-hier in d= fchoonfle Tulpen Ranonke-
1 on andere Bloemen , overtreffende.
Kondyk » 1 * * » de" “ f t * * * ?
Hf* rlaats der afkomst fpreeken. Hya
? r t ï S r Griekfch woord, van
R ,s g e b ru ik t, dat by de Eomei-
D ri n tongval van Hyacinthus overgeno-
neD met den tongJ geheel Europa
r « r De Ualiaanen zeggen Hyucimho de
Fmnfcben *> Eogelfchen c? « g
r \ onlvk w v , Hyacinth. Daar zyn er wel,
df” ’in ?tSpaaufch MaqosK o r« , in ’tHoogduitfeb
ih r tM um , in 't Engelfch
d in ’t Nederduitfch Eondslook heeten; doch
2 ' ^ S S n o f op byzondere Soorten
fr.u,k of in geen gebruik. Men geeft
■v wegens de flgnur , in ons Land we] den
naam van Nagelbloemen aan.
Of de Hyacinthen naar zekeren Jonge ing
van dien naam genoemd zyn; als uit desze s
Bloed, wanneer hy door Apollo, onverhoeds,
al fpeelende, doodelyk gekwetstwas, gefproo-
ten zvnde , laat ik voor de Fabel-Hiftorie
kundigen ter b e f l i s f i t g o t s . Die Bloem™,
II. DEEL, XIV STUK.