A T b *US noftra* » dcorus falfits o f Palufiris, in eërï
fdeel. Elefluaric, dat ’er den naara van voert, docti
ïiooFD- zou verkeerdelyk voor den Kalmus gebruikt
stuk. worden , ontbeerende , zo wel als ’t Kruid ,
deszelfs zo aanmerkelyken Geür. Men heeft
in Sweeden bevonden, dat het Vee $ al het
andere verteerd zyndé , dit Kruid laat Haan.
In Schotland dient het Aftrekzel der Wortelen,
in plaats van Galnooten, om Inkt te maaken.
De Bloemen die üïtermaate fcherp zyn j leveren
eeiï zeer goede geele Kleur uit.
ïrUfati- ( 11) ^ns uiet ongeb. Bloemen , de binnenfie
d,s^zeei Blaadjes zeer uitgebreid; de Stengel èin-
Stinkende. hoekig; de Bladen Degenvormigi
Wegens den byzonderen Stank , die ih dé
Bladen, wanneer menze wryft o f behandelt ,
plaats heeft, wordt deeze Weegluizsnkruid genoemd
o f Stinkende L ifch , in ’c Franfch Ghy*
tal puani. De Groeiplaats is niet zo algemeen*
Men vindtze niettemin in Languedok en Provence,
omftreeks Patys, als ook in Engeland f
daar het overvloedig ftaat in vogte Beemden en
omtrent de Zeeduinen, zegt L ob el. R a y
hadt het ’er ook, doch zeldzaam, aan de Zee*
dy-
( u ) tris Cor. ithberb. Petalis interioribus patentisfïmfs
&c, II- Cliff'. 19, R, Lugdb, ig. N. 8. Goar. Belg. u .
Gouan Mmip, 16. Gladiolus foetidus. C. B. Pin. 30, Spa-
thula feetida. f. Xyris. J. B. Ui ft- II. p. 731. Doa. Pemps,
£ f B o t P t A » TE H. 19
éyken groeijende gevonden, en zegt, dat men Af3L Lv
het ’er Stinking Gladdon of Gladwyn noemt.
Hier te Lande komt deeze Stinkende Lifch aan hoofd«
de Vaart tusfchen Haarlem en Leiden,en mis- s™£.
fchien ook elders, voor.
Z y onderfcheidt z i g , niet zo zeer door het
Gewas, dat de Bladen donkerer heeft, als wel
door de Kleur der Bloemen, die vuil paarfch-*
achtig zyn en platter , leelyk van Reuk 5 in
Tuly en Auguftus te vinden. Deeze fplyten zig
als in drie Spatelswyze deelen, waar van moog-
lyk de benaaming, Spathula feetida, afkomflig
is. De Grieken gaven het den naam van Xyr
is en fchreeven aantnerkelyke kragten aan de
Wortels to e , die Knobbelachtig in elkander
’ verward zyn en Plaggen maaken; maar in jonge
Planten naarde Bollen van Knoflook gelyken.
( 12) Iris met ongeb♦ Bloemen , driehoekige xir.
Zaadhuisjes, een ronde Stengel en Liniaa- Sih-r[ ” ,
,le B«Tla den, Siberifche,
In de Velden van Ooftenryk , Swïtzerland
en Siberie, komt deeze voor , die gelyk de
volgende dorre o f rappige Bloemfcheeden heeft.
De
fit) Iris Cor. imberb. Germ. trigonis , Caule tereti, Pol.
Lineaiibus. JACQ, Auftr. T. 3. H, Clift. 19. Ups. 17. R.
Lugdb. 78. Ha l l . Heiv, bsö. Gmel. Bib. I. p. ag. Iris
Pratenfia anguftifoiïa non feetida altior. C. B. Pin. 32- Theatr.
f97. Iris anguftif. fecunda. C lüs. Hifi, !■ P- « 7- Ie,
p. 2,fJ.