I nlei tuur- en Geneeskunde , en dus tevens die
DING* der Kruidkunde , tot herftellinge gebragt (*).
Herfte!- Omtrent het begin der Zestiende Eeuwe be-
ïing det gonnen de Geleerden der Zuidelyke deelen van
de. Europa, als om ftryd, Plantgewaslen te verzamelen
, te befchryven , en in Afbeelding te laa-
ten brengen. Hier uit zyn alle die in Hout ge-
fneeden Plaaten van F u c h s i ü s , T a b e r -
NjEMONTANÜS , T r a g ü s , D o d o n j e ü s ,
L o b e l i d s , C l u s i u s , om van anderen
niet te fpreeken , voortgekomen , die nog heden
tot een Schatkamer ftrekken, om de Planten
op te zoeken, welke diestyds bekend waren.
in Europa. Deeze Werken , immers, leiden
den grondflag tot dat uitmuntende Regis-
.ter der Plantgewasfen , ’t welk de vermaarde
C a s p e r B a d h i n u s in veertig Jaaren tyds
heeft opgemaakt, en welks nuttigheid door
fommigen ten hoogften geroemd wordt ( f ) .
Ook zyn meer dan zeshonderd niéuwe Planten
door dien Autheur befchreeven, waar in echter
deszelfs Broeder, J o h a n n e s B a ü h i n d s ,
naauwkeuriger is geweest. Beiden hebben zy
daar in alleen misdaan , dat zy te veel ondernamen
, en dat z y , zo min als de gedagte Autheu
(*) Hist, de l'Acad, R . des Sciences de Paris t de 1700.
P* 9 i.
(t) Nullum opus utiliws mihi videtur ipfb Pinace, nequ*
tune tnulto perfe&ius fieri poterat; zegt de beroemde ToüR*
NEïORTj l/agoge ad Rem Herbariam. Quarto, {)» 43,
theuren, eene verdeeling der Planten in Geflag- I n l e i *
ten ontwierpen, waar door hunne Werken flegtsDING*
een Magazyn tot aanhaaling, voor de Autheu-
ren van laater t y d , géworden zyn , Welken
dienst dezelven echter nog heden bekleeden.
Deeze beide Autheuren zyn in Jt voorfte der
Zeventiende Eeuw geftorven (*}.
Middelerwyl wais de regte W e g , tot beoefe- Methode»
hing der Kruidkunde, reeds in het voorfte d e r ^ ^ e n ’
Zestiende Eeuw gebaand geweest, door den uit-anderen
- . ° in trein
muntenden G'o n R A d ü s G f. s n e r ü s , die gebragt.
als de Vader o f Voedfterheer van de gëhee-
le Natuurlyke Historie geroemd wordt. Hy
ftierf in den Jaare 1565 , toen hy den grondflag
der Kruidkunde vestigde op de Bloem en V ru g t,
van welken men zig nog heden, met zo veel
nuttigheid en vermaak} bedient. Jammer is ft ,
dat zyne Werken over de Kruidkunde Verloo-
ren gegaan zyn. D e eerfte , die na hem de
Grondflagen der Kruidkunde op de Vrugtmaa-
king vestigde , was C i s a l p i n ü s , Hoog-
ïeeraar te Padua, die ook in de Zestiende Eeuw
bloeide. Zyn Werk Werdt langs hoe meer tot
Voltooijinge gebragt door C o l u m n a en dè
genen die dezen Volgden, inzonderheid in het
ïaatfte der Zeventiende Eeuw. Dus hebben
M o r i s o n , R a y en anderen daar aan gearbeid:
(*) Hunne zo vermaarde Werken , voeren den tytel van
*C. Bauh. Pinax & Prodromus Thtatri Botanici, Quarto, J
ÏAUHINI Hijh'ria Plant ar um. Folio,
L *
II* Dfcwu. l. Stuk,