I n l e i - verfpreid worden , doeh die heeft in ver di
ding, minften plaats. Enkelen komen voort uit den
Drek der V ogelen, die dezelven op verre plaat»
fen brengen, gelyk dit bekend is van de Klimop
o f K l y f , enz. Ten opzigt van Aalbesfen ,
Druiven, Kerfen, Pruimen en andere Vrugten,
die harde Zaadkorrels, Pitten o f Steenen hebben,
is het ook zek er , dat dezelven door den
Afgang van Menfchen en Dieren ver van hunne
plaats kunnen opgroei jen., doch, het gene onze
Ridder dienaangaande meldt, komt my wat
zonderling voor (*_),
H«t ster- T en opzigt van de mooglyke Voortteeling
planten', z ^n die Planten, welke men Overblyvende (perennes
) noemt, kragtig bevoordeeld. Dit heeft
byna in alle Boomen en Houtige Heefters, als
ook in veele Planten, plaats: terwyl anderen
wederom ahe Jaaren fterven, o f maar één Jaar
duuren , wordende daarom Jaarlykfe (Annu®)
o f ook Zaay - Planten geheten 5 dewyl men die
Jaarlyks op nieuws moet zaaijen, Anderen zyn
’e r , welken het eerfte Jaar niet bloeijen, maar
het tweede afwagten , en dan , na dat z y 'g e bloeid
en Zaad gegeven hebben,- fterven, Dee-
ze voeren den naam van Tweejaarige (Bien-
nes.) Doeh daar zyn ook Gewasfen, die eenigé
(V Ruri ad Vias publicas, ubl Templnm egtesfi Eajuli
exonerant Ventrem , ex non latis masticatis Potuis vel Py-
vis étiascunciit Atbormü plutiinamm iudimenta, liidcni
§. 69«
. in ’t algemeen beschouwd. 129
g e , ja een reeks van Jaaren leeven, ponder ooit InleI
in Bloem o f Zaad te fehieten , en wanneer zy DINGi
dit eindelyk doen, dan in ’t zelfde Jaar fterven,
De Aloë - Planten geeven hier vanberugte voorbeelden.
Sómmigen hebben gevraagd, o f de Boomen
en dergelyke Houtige Plantgewasfen Natuurlyk
moeten fterven , dan o f zy altoos in ’t Leven
kunnen blyverk Deeze Vraag heeft, in de eer-
fte opilag, geen ongerymdheid in. Men z ie t ,
dat het Hout van fommige Boomen als onver-
ganglyk is , en denkt, waarom dit ook g e en .
plaats zou kunnen hebben in de leevende Boom ?
Maar, wanneer men in aanmerking neemt, hoe
het Leven der Planten beftaat in de Loop der
Sappen door. de Vaatagtige Houtvezelen , en
hoe het Hout der Boomen allengs harder wordt,
gelyk in dat der Eiken zeer blykbaar is : zo
kan men _de Boomen in zekere maate met de
Dierlyke Lighaamen gelyk ftellen , in welken
de onbuigzaamheid der vaste deelen , de ver»
ftopping der Vaten, en de vadzigheid der Vog-
ten , eindelyk de Dood veroirzaakt. , Hierom
is _t vry z e k e r , dat de oudfte Boomen ze lfs ,
die door den Ouderdom ook meer aan Verrotting
en andere Toevallen bloot gefteld z y n , Na-
tuurlykerwyze eindelyk moeten fterven,
Ondertusfehen zyn ’er menigvuldige Boomen,
welke een hooger Ouderdom bereiken dan de
Menfchen. THE o pHRA S T ü s . e n P l i n i u s
fpreeken van Lotus - Boomen , die éenige hon-
I derd
ir. c m , i, stuk.