I.
Afdeel,
VI.
H oofdstuk.
* Zie
’t Xiv.
Stuk , bl. 2V7.
324 B E S C H R Y V I N G V A N
had ik het Berigt te berde gebragt van den vermaarden
Bohtiüs j die ons verzekert, dat
de Arak door de Chineezen van Ryst en Holo-
thuria , welke zy op Zee vonden dryven, ge-
ftookt werde *. Hier op heeftf de We l Edele
Heer R a d e m a c h e r , Baljuw te Batavia,
by het overzenden van eenige Zee - Schepzelen
, die men gedroogd zynde Tripan noemt
en welke aan de Chineezen tot eene lekkerny
verftrekken ; my gelieven te onderrigten, dat
zulks thans niet waar zy 4 en de goedheid gehad
, van -de volgende omftandige befchryving
'er by te voegen, hoe de Arak op geheel Java
wordt geftookt.
« Men neemt 5 Gantings o f ruim 66 Pond
„ Ryst: 16 Tampayangs, ieder van 8 Bottels,
„ o f 128 Bottels Towak, die uit den Klapper-
„ o f Kokosboom geteiferd wordt en tot Gest
„ dient: 6 Balies, ieder van 96 Bottels, dat
„ is 576 Bottels o f dertien Ankers zwarte Sy-
, , roop , en 30J Picolans, ieder van 24 Bot-
,, tels , dat is 720 Bottels o f ruim zestien An-
Ê kers Water. Dit alles • wordt in één o f
„ twee groote Baliën ondereen gemengd : men
„ laat het twéé Dagen ftaan ; dan giet men
„ het in Potten over, en laat het nog een Dag
„ rusten. De eerfte maal wordt dit in de Ketel
è agt Uuren lang gekookt.: dan is het gemee-
,, ne Arak , welke de Chineezen Tjieuw noe-
„ men. Zulk een Kookzel geeft 8 Picols, ie-
9} der van 96 B otte ls, . zynde een Legger o f
768
d e n K a l a p p u s - B o o m . 325
, , 768 Bottels Tjieuw. Hier van wordt 15 I.
,, Picol van 96 Bottels in de Deftilleerketel A?deel.
„ gedaan, ’t welk van overgehaalde Arak, an Hoofd-
„ ders Arak apy o f beste Arak genaamd, in STL'K-
„ agt Uuren 5 Picols o f 480 Bottels uitle-
,, vett.”
In de Towak o f Palmwyn der Kokosboomen
is een aanmerkelyk verfchil , dewyl fbmmige
Eilanden en Landen denzelven zoeter en duur-
zaamer dan anderen uitleveren. Die men van
de Boomen op Banda krygt, valt wat brakagtig
o f wordt ligt goor. Sommige Boomen zyn ook
tot het Wyngeeven bekwaamer, anderen tot het
draagen van Nooten, en daarom wordt door de
Indiaanen hier in onderfcheid gemaakt. De Droe-
fem-, die zig onder in de Vaten z e t , met het
onderfte van den Drank, is bekwaam om Zuurdeeg
daar van te maaken, en kan van de Bakkers
gebruikt worden in plaats van Gest.
Onder de Schors heeft de Kokosboom een ne Kooi
Hoornagtig taay H o u t , ter dikte van drie o f of Palmict*
vier Vingeren, met korte zwartagtige Draaden.
D it Hout is onder aan den Stam zo hard, dat
de Bylen daar op affpringen, als men niet wat
fchuins daar in hakt. Hier binnen is dé Boom
met een brokkelig Merg gevuld. Het Hout
wordt naar boven allengs bleeker, zynde aan den
Top , ter langte van omtrent drie Voeten ,
Sneeuwwit, en daar maakt h e t, met het Merg
te famen, dat gene uit, het welk men de Kool
o f Palmiet en anders ook wel de Herfenen van
. ;. . X 3 den
II» Deel, i, stuk.