Tnlei- niet Verltouten durfde, om zo kenbaareonder-
oiWG. fcheidingen te verwerpen. Doch in deezen
hangt de bepaaling van de-verfchillende Metho*
de af. Als men de Kenmerken der Klasfen van
de Bloem afleidt, dan moeten alle die een zelfde
flag van Bloem , in figüur, hebben, in een
zelfde Klasfe komen: leidt men de Kenmerken
der Klasfen van de Vrugten o f Zaadhuisjes a f ,
dan worden ’er , met de zelfde Bloemen, dik-
wils van elkander afgezonderd : leidt menze af
van de Bladen, dan vervalt men in groote on-
gerymdhedeö. |Evenwel zyn ’er van ouds
Kenmerken geweest, welken fommige Gewas-
fen, gelyk de Grasplanten, Wegens de Bladen,
tot een zelfde Familie o f Rang deeden betrekken
; doch hoe weinigen in dit o f andere öpzig-
ten .een voldoende overeenkomst hebben , is
reeds aangetoond. Men weet zelfs , dat ’er
Planten z y n ,in welken het niet mooglyk is met
zekerheid te bepaalën , o f de 'Bloem eenbladig
zy , dan mt verfcheide Blaadjes fameiigelteld*
Ook der Niet minder moeielyk is de bepaaling der
Soorten Soorten. T o ü r n e f ö r t bekommerde zig
weinig o f de Planten, wier naamen hy opgaf en
meest uit de Werken van C. en J. B a ü h i -
k o s overnam , Verfcheidenheden dan wee-
zentlyke Soorten waren. Hier door was het
getal der Soorten zodanig aangegroeid , dat
L i n n r£ u s in ’t jaar 1735 noodig vondt,
hetzelve tot byna de helft te verminderen.
Dus heeft zyn Ed. de Kruidkunde grootelyks
bpgehelderd; hoewel ,Jef niettemin die onvoï- lNLfii*
komenheid uit geboren is , dat men dikwils j DINOj
door zyn Ed., Plantgewasfen dié van iedereen
geoordeeld worden in Soort te verfchillen, als
Verfcheidenheden Phuis gebragt vindt tot eéné
zeifde Soort. De Ridder merkte de Soorten
aan, als byzondere Planten * in ’t begifl gefcha-
pen: derhalve hadt ieder Soort haare eigenë
Kenmerken, die onveranderlyk en zïgtbaar zyn.
Brengt een Zaad van de zélfde Plant £ andereU
voort Vah verfchiliende gedaante in eenig óp-
z ig t, dan moeiten die flegts als Verfcheidenheden
worden aangemerkt, niettegenltaande z y de zelfden
blyVen, in Vólgende Voortteelingen. Men
kan de Hyacinthen , Tulpen en dergelykën *
hier tot voorbeelden zig erinneren , daar het
Verfchiï byna alleen itt dë Kleur van de Bloem
beltaat. Dus redeneerde de Ridder voor ruim
twintig jaaren (*) , doch naderhand heeft zyn
Ed. de voortbrenging vah nieuwe Soorten erkend.
Hy fprëekt in de Verhandeling, over de
Sexe der Planten * , welke in ’t jaar 1760, te * zie
Petersburg, in Quartö, aan ’t licht gegeven is,
bladz. 2S, 29 , dienaangaande aldus,
„ Men kan niet twyfelen, of. de Veronica
„ fpufid , Delphinium hybridum , Hieracium
j, hybridum , Tragopogon hybridum, zyn alte-
„ maal
(*) Speelss tot mimerantui.' j quot diverfe forms in pririci-
pio creats funt: itm : novas Species dari in Vegetabilibtis rts-
gat &cv Pkilos. Bkti p, go.
O £
UiPittu I. stüsj : ' . .