In lei- Bovendien zyn de Meelbolletjes van deeze Plan-
1)10 G* ten zo groot en zwaar , dat zy naaüwlyks door
den Wind verftuiven kunnen. Hier komt een
foort van Hommels en Wespen, om het zoete
Sap uit het Honigbakje ih te zuigen, en begeeft
zig verder , hebbende .het ruige Lighaam met
Meelbolletjes beladen, aan het aflekken der vog-
ttgheid van den Stempel, waar door dan inmiddels
genoeg Bolletjes, daar aan hangen bly-
ven , tot Bevrugting. Zyn Ed. oordeelt dat
nog veele Planten dezelve alleen aan Infekten te
danken hebben , en brengt eindelyk het voorbeeld
by van den laagen Vlierboom , Hadig
(Ebulus,) wiens Bloem ,, de Meelknopjes op
„ èehen taamelyken afftand van den korten ,
„ in ’t 'midden van den bodem der Bloem be-
,, vindlyken Styl heeft* De Stuifmeel - Bpllet-
„ jes zyn E yvon n ig , zy hangen met hunne
„ punten aan elkander- en laaten zig , om die
„ zelfde reden , niet ligt van hunne Helmpjes
3, o f Meelknopjes afdryven. Ik zou derhalve
„ nooit hebben kunnen begrypen, hoe het
,, Stuifmeel aan den Stempel komen korty in-
3, dien ik niet gezien had , dat zekere kleine
, , Diertjes, welken men Blazenpooten noemt,
„ hetzelve by ryën daar in fleepten.”
, in ande- » Om kortte gaan, het beftuiven der Stempc»
fc!nn£-.de ’” ‘en Cze§ t hy) fcftynÉ in veele Planten op verfchil-
pi-mieren. „ lende wyzen te gefchieden , en o f van alle,
„ of ten minfte van meer dan ééne der gezeg-
3, de oirzaaken af te hangen. Eene wat voorm
dee-
„ deelige plaatzing , fchudding door Wind o f Inlel
* Infekten , brengen dikwils elk het zyne toe .DIKG*
In verfcheide Soorten van Papavers openen
„ z ig , reeds voor dat de Bloem open gaat, de
,, tegen den Stempel aangedrukte Stofknopjes,
,, en laaten, als de Bloem ontluikt, iets van hun
,, Stuifmeel daar aan zitten. Kort na het open-
„ gaan komen de Infekten, en beftruiven den
,, Straaligen Stempel t’eenemaal met Meelbollet-
, , jes. Is ’er tevens een flerke W in d , die kan
„ ook wel het zyne daar aan toebrengen. Even
„ zo is ’t gelegen met de geel- en witbloemige
,, Plompen , de Oranjeboomen, St. Jans Kruid
j, en anderen. In de Oenotherca ( L inn. Sp.
„ Plant. N. 1 , 2 ) openen zig ook reeds, als
„ de Bloem nog geflooten i s , de Meelknopjes,
, , en, zo dra dezelve ontluikt, wyken de vier
, , Stempels van elkander, als wanneer men het
3, Stuifmeel ten deele aan derzelver buitenfle
3, Oppervlakte ziet kleeven, ten deele tusfehen
„ deeze Stempels aan zeer.fyne Draadjes han-
„ gen, die hetzelve eigen z yn , en de Bolletjes
„ onder elkander famenhechten. Allengs ko-
„ men veelerley Vliegen, Hommels en andere
„ Infekten op de Bloem, en inaaken dat het
3, Stuifmeel zig over de Stempels uitbreidt. De
3, Bloemen der Wederich (Epilobium -Linn. Sp.
5, Plant. Num. 1. & a .) openen zig eer nog
3-, een Meelknopje zyn Stuifmeel van zig g e e ft,
, , eer de onder de Bloem nederwaards gekrom-
3, de Styl zig begint te verheffen en de vier
G. 5 ,, vast