iNLEi-beid: maar inzonderheid kreeg het door vlyt
dïüjg. der Leidfche Hoogleeraaren , He rman n u s
enBoi RHAAVE, zyn beflag.
Ongere- Het voornaamfte , waar in de Kruidkunde
vnL *t dus verbeterd werdt, beltondt in de opregting
werk van van Geflaeten en Soorten, en het bepaalen van
D odo- 0 a
urnvs, vaste Kenmerken, om die te onderfcheiden. De
Ouden hielden in ’t geheel geen orde , in ’t be-
fchryven der Plantgewasfen, o f zy leidden dezelve
van geheel verfchillendeEigenfchappen af.
D o d o NjEüs by voorbeeld, in het Eerjle
Deel zyiies Werks eenige Kruiden volgens den
Rang waar in zy naar de Voorletteren hunner
Latynfche naamen voorkomen, befchreeven hebbende
, gaat in het Tweede Deel over tot de genen,
wier Bloemen bevallig zyn aan ’t Gezigt
en R e u k , vervolgende met de welriekende
Kruiden, en de genen die Kroontjes draagen ,
om dat derzelver Zaaden ook dikwils welriekende
zyn. Zyn Derde Deel handelt van de Wortelen
die men in de Geneeskunde gebruikt , van
de Purgeerende Kruiden, de Klimmen, W in den
en Klokjes; als ook van allerley Vergiftig
offchadelyk Gew a s, de Varens, Mosfen en
Kampernoeïiën. In zyn luierde Deel befchryft
hy het Koorn en Graan, de Peulvrugten, Gras-
Moeras- en Waterplanten, en dergelyke. Het
Vyfde Deel behelst de eetbaare o f Moeskruiden
, als ook de Diftels, Kaarden en meer der-
gelyk Gewas. In zyn Zesde Deel zyn alle de
Heefters en Boomgewasfen vervat. Dan befluit
hy
hy zyn W ’erk , met een Aanhangzel van de Inlei-
Drogeryën , Indiaanfche en andere vreemdeDING*
Kruiden. Hy heeft hetzelve , ’t is waar, in
dertig Boeken verdeeld, waar van eenigen in ieder
Deel begreepen zyn ; doch de byzondere
Inhoud deezer Boeken hier op te geeven, zou
de Orde van zyne befchryving nog verwarder
doen voorkomen: des men zig hier mede te
vrede houde als een Schets, waar uit de ongeregeldheid
van dit anderszins zo nuttige en
uitgebreide Werk blykbaar is.
Onder de negen - en - twintig Kïasfen, waar in
D o d o n a ü s de 840 Planten, door hem be-
Ichreeven , begreepen h e e ft , was geen ééne
Natuurlyke , zegt de Heer A d a n s o n , doch
L o b e l , meer dan tweeduizend Planten be-
fchryvende , verdeelde die in zeven Klasfen ,
naamelyk van Grasplanten, Standelkruiden,
Moeskruiden , Peulvrugten, Boomen en Heesters
, Palmboomen en Mosfen : waar onder
twee , naamelyk die der. Standelkruiden en
Palmboomen , Natuurlyke. Onder die van C lu-
sius, O esalpinus en anderen, kwamen zynEd.
ook maar weinig Natuurlyke Klasfen voor.
D e Kruidkunde , naamelyk, beftaat in eene pe Kruid-
naauwkeurige befchryving der Plantgewasfen
welke zodanig ingerigt moet zyn , dat men in gebeide
ftaat is , om niet alleen de bekende Planten m e ty^ ” y'
gemak op te zoeken, maar ook onbekende een
behoorlyke plaats aan te Wyzen. Even als ’er
zekere en vastgeltelde Kenmerken z yn , volgens
h 3 wci-
II. De k ., i. Stuk.
4v ll