iNLRï-cht een Plant o f Boom groeit en Vrugt draagt;
• maar , zo dezelve te Kerk groeit | dan wordt
de Vrugtmaaking benadeeld. Men kan de Boo-
men, o f door het afhakken van eenige Worte
len , o f door een gedeelte van de Bast daar
af te lchillen , o f alleenlyk een Sneede te gee-
ven in de B a s t, ja door het ity f binden van
een Takje , tot Vrugtbaarheid dwingen. Hier
door belet men derzelver flerke Looffchieting,
en dus blykt , dat de Schors den voornaam-
ften toevloed van Voedzel aan de Bladen
ge eft, uit welken de Knoppen meeftendeels be-
ftaan.
Het snoei- Het fnoèijen der Boómen, dat men de Win-
iioomen. ~ Snoeijing n o em t, is daar van een ander
voorbeeld. Wordt een Boom te Ilerk gefnoeid,
dan fchiet by het volgende Saizoen in ’t L oof
- en geeft weinige Vrugten: wordt hy weinig of
niet gefnoeid , zo blyven de Vrugten in de
Ooftboomen klein. In de Aalbesfen kan men
dit onderfcheid byna zo duidelyk zien, als het
Verfchil der Gewigten aan den Evenaar. Terwyl
,VrUgten Van het Mei'g voortkomen, en
de Takken eene verlanging der Houtvezeïen
z y n , de Bladen van de Bast; zo blykt dat ’er
een Evenwigt van Voeding , tot den welftand
van de Huishouding der Planten, dat is tot de
Vrugtmaaking, wordt vereifcht.
verdubbe- Op deezen grond rust de Konffige manier
Bilfemen om «fobbelde Bloemen en Bloemen met Kintlcüt
Konst. ,
derdertjes
voort te brengen (*). Dubbelde Bloemen Inlei
z y n , eigentlyk gefproken , de zodanigen , in DING*
welken de Bloemblaadjes eenen twee- o f drie-
dubbelen Krans maaken. Dit heeft dikwils
plaats in de Eenbladige (Monopetali) , en dee-
ze behouden dan veeltyds de Deelen der Vrugtmaaking
; gelyk men zulks in de Klokjes en anderen
ziet. Gemeenlyk noemt, men, in ’t Ne-
derduitfeh , dan eerst de Bloemen dubbeld , o f
z e g t , dat zy volkomen dubbeld z y n , wanneer de
geheele holte met Bloemblaadjes is gevuld; zo
dat menze met regt Volle Bloemen kan noemen
( f ) . Dit heeft wel meest plaats in de
Veelbladige ( Polypetali) , gelyk de Roozen,
Amandelen , Tulpen, Ranonkels , Narcisfen ,
enz. enz : maar het gebeurt ook, gelyk bekend
is , in fommige eenbladige Bloemen,' die der
Hyacinthen by voorbeeld. Men kanze te
weeg brengen door alle Middelen, die de Meeldraadjes
in Bloemblaadjes doen overgaan, en ,
aan gezien, zy haairen oirfprong hebben en haar
Voedzel ontvangen uit de Vleezige o f Houtige
zelfftandigheid van den Steel o f van de Takken,
zo moet de Dubbelheid der Bloemen afhangen
van de. oirzaaken , die meer Voedzel
dan
(*) Linm.EUS begrypt ze beiden onder den naain van Flirts
Luxuridntes , en zegt: Oritur luxurians Flos plerumque
ab Alimento luxurinnte, Phil. Botan. p. 79.
(t) Dus worden zy ook in ’t Latyn Flirts pkni gehe