io8 D e E ig e n s c h a p p e n d e r Planten
I n l e i - Deeze Stempel is , inzonderheid tegen het Uur'
DING.
De Siyl,
der Bevrngting, in den Morgen ftond naamelyk,
geheel met Vogtigheid bedaauwd.
Indien men dat D e e l, ’t welk doorgaans het
midden van de Bloem zig bevindt, de Stamper
(.PijUUum) noemt, dan is de Styl het middel-
ftuk daar van , tusfchen het Vrugthuisje en
den Stempel. Men vindt Bloemen met twee ,
drie, vier , v y f , a g t, twaalf en meer Stylen,
die dan ook verfcheide Stempels hebben. Deeze
Werktuigen dienen om de fyne S toffe der
Stuifmeel-Bolletjes te brengen naar het Vrugthuisje
, dat de Zaadbeginzels vervat. Z y moeten
ten dien einde eene Holligheid o f verfcheide
Doorgangen hebben , welke echter dikwils
niet gemakkelyk waar te neemen zyn. Men
vindt in fommige Bloemen een enkelden Styl ,
in tweeën , drieën , vieren o f vyven verdeeld.
Hy is Cylindrifch o f gehoekt, Els- o f Draadvormig
dun, o f van boven dikker, gelyk in de
Violetten: zeer lang in de Klokjes, Scorzone-
ren, Tamarinden , enz : zeer kort in de Papavers
o f Maanbollen ,. van langte als de Meeldraadjes,
in de meeften; doch fomtyds dikker1,
fomtyds* dunner dan die , fomtyds van gely-
ke »dikte. Gemeenlyk is hy op den top van
’t Vrugthuisje geplaatst, doch fomtyds ook
aan de zyden van hetzelve , gelyk in de
Braamboozen, Aardbei!ën , en dergelyken. In
fommigen , gelyk in de Planten met gekruiste
Bloemen ( Flores Cruciformes'), die Haauwtjes
draa-
® 1
Sgr
IN ’T ALGEMEEN BESCHOUWD. 1 0 9
draagen, houdt hy ftand, veranderende in een I n l e i -_
peultje. Men vindt hem in de meefte Bloemen DIiS!G*
van de Meeldraadjes afgefcheiden, doch infom-
mKen, deswegen Gynandria genaamd, gelyk de
Standelkruiden (Orchides) , de Holwortel (Ari-
ftolochia,) de Kalfsvoet (Arum) enz. is hy met
de Meeldraadjes tot één Lighaam famengévoegd,
hoewel niettemin de Meelknopjes (Antherce) en
de Stempels ( Stigmata) onderfcheiden zyn.
Onder aan den Styl zit gemeenlyk het Vrugt- Het _
huisje (Pericarpium) , ’t wélk de Zaadbeginzels j£ugt UIS'
( Germina) bevat. Somtyds is het onderlte van
den Styl zelf dit Vrugthuisje, fomtyds maakt
de Kelk hetzelve uit. Dus vindt men het dikwils
in ’t midden van de Bloem, dikwils onder
dezelve geplaatst. Het omkleedt de Zaadbeginzels,
en wordt , na de Bevrngting, de Vrugt,
die de Zaaden inhoudt. In de Appel- en Peere-
boomen ziet men duidelyk, hoe dit Vrugthuisje
, dat aldaar de Kelk-is-, welke de Bloem on-
derfteunt, op eene verbaazende wyze allengs
uitgezet, eene dikke Sappige Vrugt wordt. In
de Pruim-,. Abrikoozen-, Perfiken-, Oranje- en
Citroenboomen , in tegendeel, is dit Vrugthuisje
binnen de Bloem begreepen, ryzende uit het
midden van de Kelk, en maakende het onderlte
deel van den. Styl u it, waar van de uitzetting,
tot een dergelyke Vru g t, niet minder is. Het
heeft fomtyds een platte o f hoekige, fomtyds
eene rondagtige figuur, en dikwils drukt het in
Jt klein de geltalte uit van.de Vrugt, in welke