1. „ van licht paarfche Bloemknopjes, als Bloem-
A fdeel. j} kool, uit het midden der Bladen uitfchieten,
H oofd» jj die met den tyd Vrugten maaken , in de
stuk. gedaante van een digt geflooten. Pynappel ,
» met een langen S te e l, als van een Peer.
33 Deeze Vrugten zitten in menigte , op de
3, wyze als Trosfen , aan lange Steden, die
„ uit een dikken Steel voortkomen.” In de
Afbeelding ziet men wel het beginzel van zulk
een T r o s , doch daar vertoont zig niets van
dien Hoorn, waar R u m p h iü s van fpreekt :
maar zou dezelve ook afgefheeden o f geopend
zyn geweest , om die Bloemknopj'es te ver-"
toonen ? Eenige overblyfzels, als puntige EÉa-
den , fchynen daar van wel een blyk te gee-
ven. Voor ’t overige wordt myn vermoeden
dat ’er Bloemen aan dien Tros z y n , door die
befchryving eenigermaate verflerkt. Óok zegt
die Autheur , dat men de Siriboa neemt voor
’ t Bloeizel van den Sagoe-Boom.
De Volgens R u m p h i ü s zyn de Vrugten ge-
Vrugten. fchubd, doch in alle Soorten van Sagoe - Boomen
niet van eenerley gedaante * fömmigen
rond als een Perfik o f Abrikoos ; fömmigen
o v aa l, als een Hoender - E y o f nog langwerpiger
; fömmigen uit den ronde wat plat en
lcheef. Het z y n , zegt h y , aartige gefchilfer-
de Knoopen , hebbende die van de gemeenfle
Soort flegts de grootte van een gewoone Pruim*
van agteren wat ingedrukt, en van vooren
eenigszins puntig; eerst groen, daarna witagrig
un
en ten laatften vaalbruin van Kleur. De bui- ï.
tenfte Schaal beftaat uit enkele Schubben, die
op ryën Haan en aan elkander fluiten, bevat-Hoofd*
tende een Pit , van grootte als een ,Snaphaans-STUK*
Kogel, die in de onrype Vrugten murw, doch
In de rypen zwart en zo hard is, dat men haar
niet aan Hukken kan byten. Deeze Vrugten
ftrekken , niettemin, voor de wilde Varkens
tot eene lekkere verfnapering. Derhalve teelt
deeze Boom weinig door zyne Vrugten voort,
maar wel door zyne Wortelen , die zeer verre
onder de Aarde voortkruipen , en dikwils
nieuwe Plantfoenen maaken; zelfs in eens anders
Grond.
Vier Soorten van Sagoe -Boomen worden ’er Sootten . i v a i . , van Sasoe- door dien Autheur opgeteld, wier onderfcheidBoomen,
meer beflaat in de Doorens en Vrugten , dan
in de uitwendige Geflake. D e eerfte, in ’t
Maleitfch en Ambonfch Lapia Tnn i, dat is
Opregte Sagoe genaamd , is de gene, naar ’t
welke men deeze befchryving heeft opgemaakt,
geevende het beste Meel. Z y is. daarom ook
de gemeenfle, wordende het meefle voortgeteeld
en opgepast. De Doornen zyn van middel-
baare langte; de meeflen als gewoone Naay-
Naalden , doch fömmigen'ook wat korter, en
de Vrugten als gezegd is. Derzelver Pitten
worden wel in Zout water gekookt o f in Pekel
ingelegd, en dan tot een eetbaare Spyze
gemaakt met eenige Kruideryën.
' Een andere Soort, in ’t Ambonfch genaamd WiIds
ïnlf. rd.e eï., iT. rS tok, T X a -Sas<Je*