Inlei- houding der Planten, die men in agt moet nee-
CING‘ men , om zodanige Afdeelingen te maaken, welke
op de Natuur gegrond zyn.
ontwecp Onze Ridder heeft insgelyks geoordeeld , dat
Natuuriy- de Natuurlyke Methode , in het opftellen van
ke Metbo- een Systema der Kruidkunde de door J , het voornaame
LXHN.EUS, Oogpunt moeite zyn : doch het is zyn Ed. zo
min als de anderen gelukt, dit doel te treffen.
„ Lang ( zegt h y ) heb ik ook gearbeid, om
„ eene Natuurlyke Methode uit te vinden, en
„ ben wel aanmerkelyk gevorderd , doch heb
„ het niet kunnen vol tooi jen , zullende daar
„ mede voortgaan zo lang ik leef.” Inmiddels
zyn door hem eenige brokken voorgefteld van
eene Natuurlyke Methode , doch waar in de
overeenkomst dikwils ver te zoeken , en maar
op eene enkele hoedanigheid , die niet zeer in
’t oog loopt, berustende is. Zyn Ed. verdeelde
dus de Planten in 68 Natuurlyke Rangen, als
volgt (*).
i . Piperitce. P e p e r a g t i g e Kruiden.
Hier toe behooren agt Geflagten: naamelyk,
behalven de eigentlyke Indifche Peper-Plant,
onze Europifche Kalmus, de Kalfsvoet en der-
gelyken, die wel in heete Smaak overeenkomen
, doch grootelyks verfchillen in Vrugtmaa-
Icing.
DER K ' R ü l D K Ü N D L
2. Paltnce. P a lmb o öme n .
Deèzê Verfchillen ongemeen in L o o f en Vrug-
ten, zynde door zyn Ed. zelfs niet tot eenige
Klasfe betrokken.
iNLÉt*
DING,
3. Scitamind. S t r u i k g e w a s s e n .
Onder de negen Geflagten , hier toe behao-
rende , is de Banannen- o f Pifang - P lan t, de
Gember, Galanga, Curcuma, en het bloeijend
Ri e t , Cannacorus. Z y komen, hoe ongemeen
in Vrugt verfchillende , in de manier van Op-
fehieting eenigermaate overeen, maar, Wat dé
voornaamfte hoedanigheid aanbelangt, zou men
de eerfte zekerlyk van de anderen afzonderen.
De Heer A d a n s on zal , geloof ik , hierop
niet gelet hebben , wanneer hy dit Vöor eeü
Natuurlyken Rang erkent.
4. Orchidece. S t a n d è l k r u I d e ^s \
Veelen, onder de genen, die tot de tien hier
Van opgetelde Geflagten behooren, hebben wel
Wortelen , die naar Testikels meer o f min ge-
lyken; doch in fommigeh zyn de Wortels geheel
Vezelagtig, en het Gewas verfchilt in de
Baniljes- P lan t, dié k lim t, ongemeen Van de
anderen: zo dat de gelykheid zou moeten bs-*
ffaan in de Bloem, o f in de Kragten.
i. *
■
3P*i
VI
t e ■MP
I
.4 1
tl, Dïeï,, I, stub;.
M Ën*