286 B e SCHRYVING VAN
Af ' el en ^ 3' S ^e t ’ ’c we^ deezen Boom als
Vt * tot een Koorenfchuur maakt voor de Indiaa-
H oofd- nen.
st u k . Z o lang de Sagoe - Boom aan 5t groeijen is ,
Bioemuos, draagt hy geen Vrugten, en de Inlanders beletten
hem doorgaans die te draagen, om dat
de Stam daar door zyne beste hoedanigheid
verliest» Men kan zulks by het zogenaamde
fchieten van verfcheide Moeskruiden Vergely-
ken. Als men hem evenwel ongemoeid laat,
dan beginnen zig , wanneer hy volkomen oud
geworden is , de Bladfteelen witagtig të ver*
toonen, als o f zy met Meel beftrooid Waren
: vervolgens komt uit het midden van de
Kruin een fpitfe Hoorn o f Pyl voort, by de
drie Voeten lang, welke, zig openende , een
getakte Tros uitg e e ft, die zig in Takken
uitbreidt, in de eene Soort z e s , in de andere
tien o f e lf Voeten lang. Deeze Takken zyn
Vinswyze bezet met kleiner Takjes , van by de
twee Voeten lan g , aan welken wederzyds nog
kleiner Takjes ftaan, die naar de Katten van
den' Hazelaar gelyken. Deeze zyn een half
Voet lang en van dikte als een Vinger, be-
ftaande uit donker rosfe en Wolagtige Schubben.
Men noemtze onder de Amboineezen
Siriboa, om dat zy naar zekere Vrugten van
dien naam gelyken. Als nu deeze Tros zig
wel tien Voeten heeft uitgebreid , zo dat haa-
re Takken tusfchen de Bïaditeelen doorkomen,
dan gelykt de Kruin van deezen Boom'
naar
naar eene Kaarskroon in de Kerken o f Palei- I.’
zen* . Afdvë>ël»
Wanneer de Tros zo ver gevorderd i s , daniiooFD-
komen eerst de Vrugten te voorfchyn, die stuk .
agter o f onder aan de voornoemde Katten o f ne
Vingers , twee o f drie by malkander, zitten, king.
Men kanze dus eenigermaate by de Vrugtbe-
ginzels van den Taxisboom , als men deszelfs
Bladvinnetjes voor de Katten neemt, vergely-
ken. Die Schubben van de gedagte Katten zullen
waarfchynlyk Meeldraadjes, als de Manne-
lyke Bloemen uitgeeven, welke de Schepzel-
tjes , bevrugten , en dus zou de Sagoe - Boom
volftrekt behooren tot de Monoikia van L i n-
NiEU s. Dit is iets, ’t welk my ten hoog-
fte waarfchynlyk voorkomt, niettegenftaande ik
het niet door het Gezag van eenig Waar-
neemer bevestigd vind. Mooglyk is de hoogte
van deeze Boomen een beletzel gewees t, om
zulks op te merken.
D e Afbeelding in ’t Werk van Seba, Plaat
X X V . van het Eerfte D e e l , welke, volgens
de aantekening van den Hooggeleerden Heer
J. Bo r m a n n d s , de regte Sagoe-Boom
is ( * ) , geeft een ander denkbeeld van deeze
Vrugtmaaking. Aldaar wordt aangemerkt, „ dat
,, uit het Hoofd van den Stam eenige Trosfen,
van
(*) Ilerh. Amb, of Arabonfch Kruidboek, I, D eel, bladz. 78.
II. Deel. I, Stuk.