h a m voor Kiempjes uitgegeven heeft, is niets
anders, dan de nog raauwe en onrype Stojfe van
het Mdnnelyke Zaad. Daarentegen is het waa-
%e en rype Mannelyke Zaad der Planten , gezegd
de fyne, vloeibaare, gelylvormige zelfjlandigheid.
Door wylen den Heer L e d e r m u l l e r
zyn ons , cp zytie fraay gekleurde Plaaten van
Ontdekkingen met het Mikroskeop ( * ) , de
Waarneemingen medegedeeld van de uitbarfting
der fyne bevrugtende Stoffe uit de Bolletjes van
het Stuifmeel van yerfcheiderley Bloemen. Zie
hetzelve in dat van de Plant , die Arum o f
Kalfsvoet genoemd wordt, op Plaat 19; in dat
van een blaauwe Hyacinth op Plaat 22; en in dat
van de Pasfiebloem op PI, 34 van het Eerfte
Deel zyner Mikroskoopifche Vermaaklykheden.
Op Plaat 77 van het Tweede Deel vindt men
de Bolletjes van het Stuifmeel van een Roos,
en op Plaat' 92 die der Di stelen vertoond, en
van de Tulpen op PI. 47 en 48 van het Derde
De e l , met en benevens de andere Deden der
Vrugtmaaking in de gedagte Planten. De Bolletjes
van het Stuifmeel der Roos evenwel
borften niet , wanneer menze bevogtigde, en
die der Distelen, was ,hy verzekerd, dat Olieag-
tige en andere Vlceiftoffen inhielden : die van
de Tulpen kleurden het Water, waar in menze
deedt, door de uitdringehde S toffe. In de
Stuif-
(*) M. Fr. LRDER.Mra.LERS Mikroskpopifche Vermdaklykhe
den, te Amfterdam, by de Erven van F, Houttuyn , in “t
Nederduitfch uitgegeven»