IX* H O O F D S T U K *
t
A fdeel*
IX,
H oofd*
stu k .
Befchryving van V Geflagt der P i n a n g ê o ö *
m e n , zo Tamme als Wilde. Gebruik der
Pinang- of Areek-Nooten , enz. Verder van
den Koolboom of gladde Palmiet, en deszelfs
nuttigheden.
ÏJTet Geflagt van Palmbcomeh, daar L i n -
"X NiEDs den naara v a n 'Areca aan g e e ft,
wordt gemeenlyk Pinangboom geheten ,
haar den Maleitfchen naam vah de V ru g t, die
den Arabifchen van Faufel o f Fufel plagt té
voeren, De Latynfche naara , Areca, is af*
komffig Van de Portugeezen , die de Vrugt'
Arequa en den Boom Arequera heeten. R um-
pHius hadt de jonge en groene Paynga, de
oude Vrugten Areec , van de Malabaaren hoo-
ren noemen , en wy heetenze Areeknooten.
D e Pinangboomen groei jen door geheel Oost*
indie , zo aan de Vaste Kust als op de Ei*
landen; hoewel ’er geheele Landen z y n , daar
menze niet vind t, gelyk in Koromandel en
Bengale. Ook komen in fommige Landen maar
die met witte Vrugten v o o r , zonder de andere
Verfcheidenheden.
Kaam,
Woorv< plaats.
In Geftake worden z y , van fommigen, by Geflaitc,
de Dadelboomen, van anderen by de Kokos-
boomen vergeleeken; doch ’t is ontwyfelbaar,
dat