I. T o t dus verre komt de Sagueerboom miii-
Afdeel. j er cut dan fehadclyk voor. Gelukkig is ’t*
Hoofd- -dat dezelve maar eens in zyn Leven die
stuk. brandende Vrugten, door welken dan ook dik-
.wils de nevensloopende Beeken en Wateren
moeten vergiftigd worden, voortbrengt. Onder
dezelven en vervolgens, geeft hy ( z o R um-
j ph iü s verhaalt,) Majangs o f Bloemftengen
u i t , die uit dergelyke Trosfen van digt afhangende
Steelen beftaan , aan welken Olyf-
agtige 'Knoppen zitten, die zig in drie deeleö
openen, en van.binnen veele dikke Draadjes
vertoonen , ukmaakénde, de gedaante van een
Bloem , met een menigte ,van geel Stof als
M e el b ed ek t, ’t welke op den Grond vallende
dien geel. maakt. Deeze T ro s , zegt hy ,
wordt voor het regte Bloeizel van den Boom
gehouden , en, als het gedagte Meel valt, dan
acht men den Steng ryp en tot teiiFeren bekwaam
te zyn , gelyk -wy zullen zien. Hoe
ouder de . Boom wordt , hoe laager deeze
bloeijende Tros aan den Stam voortkomt, tot
„dat hy. einddyk maar- drie o f vier Voeten boven
’den Grond zig vertoone : alsdan„wprdt
de Boom verder tot teifferen onnut o f onbekwaam
geoordeeld.
Het zonderlingfle is , dat alhier, tegen den
..algemeenen, loop der Natuure in de Plantge-
wasfen, de. Mannelyke Bloemen. en laager en
Jaater zouden voortkomen dan de .Vrugten.
D it z a l , waarfchynlyk, onzen Ridder wederï
houhouden
hebben , van deezen in Indie zo ver- *•
maarden Boom -een plaats te geeven in zyne x .
Geflagten van Palmboomen. Men kan even-Hoofd*
wel niet twyfelen , o f dit Verhaal van R o i - s m *
p h i ü s , ten opzigt van Boomen, op Ambon
■ en de omleggende Eilanden zo gemeen, zal
wel d e waarheid zyn. Om hetzelve dan goed
te maaken , zo onderftel ik , dat de eerstge-
dagte V-rugttros ook haare Mannelyke Bloemen
gehad heeft , die de Vmgtbeginzels in
de zelfde Tros bevrugt hebben , en dat vervolgens
, na dat de Boom eens Vrugt gedra-
„gen h e e ft , geen andere Stengen voortkomen
dan van Mannelyke Bloemen , die mooglyk
dienen om de Trosfen van andere Boomen
te bevrugten. Dus ziet men ook by hem aangemerkt
, dat fomtyds de Majangs o f Bloemftengen
zig 'eerder openbaaren dan de gezegde
Vrugttrosfen, Boa Batu genaamd. Deeze
laatften noemt h y , wel is waar, de Mannetjes
en de anderen de W y fje s , o f zegt datze
dus genoemd worden : doch het is zeker, dat
hy zig hier in meer naar den gewoonen trant
van fpreeken heeft gefchikt, dan naar zyn eigen
oordeel. Immers in andere Palmboomen,
.gelyk den Jagerboom o f Lontar , by voorbeeld
, was de Bloemdraagende door hem het
Mannetje;, de V rugtdraagende het W y fjc geheten.
Gedagte Majang o f Bloemfteng kan ook Hetteif.
door hem de Wyfjes - Vrugt van den Sagueer- 1 *
boom
II, dsel, i , stuk.